Spring naar inhoud

10 Epische Westerns

Na mijn blog over 11 klassieke B-westerns (2013) nu de 10 A-westerns. Het zijn grote dure films die niet perse beter zijn dan de B lijst. Een grote film heeft andere eigenschappen nodig om de aandacht vast te houden. De B-film vindt zijn kwaliteit juist in de beperking van budget en tijd. Als de mogelijkheden van de regisseur ruimer worden stapelen ook de problemen zich op. De ervaren regisseurs kunnen hiermee om gaan. Een groot budget staat echter niet garant voor veel bezoekers. Het financiële risico is dus groter en iedere regisseur wordt op den duur afgerekend op zijn opbrengst. De genoemde boxoffice bedragen gelden meestal voor de Amerikaanse bioscopen. Om het totaal wereldwijd te maken kan er één derde bij opgeteld worden. Gelukkig werden alle films daarna nog eens op videoband, dvd en blu-ray uitgebracht en kregen daarmee onverwachte nieuwe levens en inkomsten.
Om mezelf nog wat ruimte te geven voor volgende western blogs heb ik hem niet 10 A-westerns maar 10 epische westerns genoemd. Het zijn films met klassieke thema’s die het verhaal geleidelijk ontwikkelen met oog voor detail . Ik heb meteen zin om ze allemaal nog eens te bekijken.

stagecoach

Stagecoach – John Ford – 1939

Het is de eerste volwassen western met geluid en voor een deel opgenomen tussen de tafelrotsen van Monument Valley. De maatschappij is in een postkoets gepropt. Claire Trevor is het hoertje, John Wayne de ontsnapte gevangene, dikzak Andy Devine zit op de bok, John Carradine is de strakke beroepsgokker. Thomas Mitchel speelt de altijd dronken dokter die het op de voorraad van whiskey vertegenwoordiger Donald Meek heeft voorzien. De verantwoorde George Bancroft is de marshall, Louise Platt de chique maar zwangere dame en Berton Churchill de bankdirecteur die zijn eigen bank heeft bestolen en met buit op de vlucht is. Samen rijden ze in de koets door vijandelijk indianen gebied. Vanwege de lengte en de beperkte locatie is Stagecoach strikt genomen geen epische western. Maar door de maatschappelijke consequenties lijkt Stagecoach wel epischer dan Fords alom geroemde meesterwerk The Searchers (1956). John Ford kan natuurlijk in principe geen B-films maken. Orson Welles vond Stagecoach de perfecte leerschool en bekeek hem tijdens het maken van Citizen Kane 40x.

Camera: Bert Glennon        99 minuten      Budget $500.000           boxoffice $1,100.000.

red-river-(1948)-large-picture

Red River – Howard Hawks – 1948

De koeien zouden de Oscar voor de hoofdrol moeten ontvangen. Zulke grote kuddes zijn tegenwoordig niet meer te filmen. Russel Harlan heeft ze prachtig in beeld gebracht. De personele hoofdrollen zijn voor de eigenwijze veeboer John Wayne en zijn geadopteerde zoon Montgomery Clift die tegen zijn gezag in opstand komt. Clift drijft de kudde niet naar het verre Missouri maar naar een dichterbij gelegen nieuw aangelegd treinstation. Hij ontmoet  onderweg  Joanne Dru als hij een settlers caravaan verdedigt tegen een indianen aanval. Ze worden natuurlijk verliefd en dankzij haar resolute optreden kan zij aan het eind van de film voorkomen dat vader Wayne uit blinde woede zijn zoon vermoordt. Waynes kompaan van het eerste uur Walter Brennan volgt alles van een afstandje met zijn cynische humor en krakende stem. Je voelt jezelf 2 uur lang cowboy en gaat van de prachtige maar ook domme kudde koeien houden.

Camera: Russell Harlan     127 minuten     budget: $ 2.700.000.       boxoffice: $ 9.000.000

The Big Country 3

The big country – William Wyler – 1958

In The Big Country is het Texaanse land van cattlebaron’s echt groot. Regisseur William Wyler is de meester van de stilte en heeft daarmee het land nog groter gemaakt. De voormalige scheepskapitein Gregory Peck reist van het oosten naar die verlaten wereld om zijn verloofde Caroll Baker te ontmoeten.  Zij is de dochter van de rijke rancher Charles Bickford. Hij ontmoet daar ook haar vriendin Jean Simmons die een verlaten ranch met de enige waterbron van de omgeving heeft geërfd. De ordinaire buurman Burl Ives heeft het water nodig en verschaft zich met geweld toegang. Er ontstaat een oorlog tussen de families van Bickford en Ives. De pacifistische Peck draagt zelfs geen revolver en wil zich niet in de strijd mengen. Hij wordt voor lafaard aangezien en zijn verloofde verbreekt de relatie. Peck houdt stand, temt op een indrukwekkende manier een paard en gaat een vuistgevecht aan met de voorman Charlton Heston. Aan het eind van de film vinden Simmons en Peck elkaar en vestigen zich op haar ranch. Een epos dat David Lean niet zou misstaan en waarin de uitgestrektheid en verlatenheid  van het landschap indrukwekkend door alleskunner William Wyler zijn verbeeld. 

Camera: Frans Planer          165 minuten         boxoffice $ 4.000.000

Audrey Hepburn, The Unforgiven (1960, John Huston) starring Burt Lancaster

The unforgiven – John Huston – 1960

Het lijkt vreemd maar eigenlijk zit Audrey Hepburn de film een beetje in de weg. Ze is teveel icoon om geloofwaardig een serieuze rol in een western te spelen. Dat is jammer maar gelukkig overleeft The Unforgiven deze handicap vanwege het eigentijdse thema van discriminatie en integratie.
Burt Lancaster komt in het nauw als het bekend wordt dat zijn geadopteerde zuster Audrey Hepburn een Kiowa indiaanse is. Zij is als baby na een gevecht meegenomen ter vervanging van de vroeggestorven baby van zijn moeder Lillian Gish (Birth of a nation). Als de gemeenschap er achter komt sluit men de familie uit en zelfs haar andere broer Audie Murphy  vertrekt uit huis. De familie trekt zich terug in hun boerderij en wordt belaagd door de Kiowa indianen die Audrey Hepburn terugeisen. De altijd onverschrokken Lancaster geeft natuurlijk niet toe en als de nood het hoogst is keert WW2 oorlogsheld Audie Murphy terug om te helpen. Tot slot kiest Audrey Hepburn partij door het Kiowa opperhoofd te doden,die haar broer blijkt te zijn.
De opname kwamen in grote problemen toen Audrey Hepbrun van haar paard viel en haar rug brak.

Camera: Franz Planer      125 minuten        budget $ 5.000.000          Boxoffice: $ 3.200.000

Good Bad Ugly still-of-clint-eastwood-and-eli-wallach-in-bunul,-raul-si-urâtul-(1966)

The good the bad and ugly – Sergio Leone – 1966

Sergio Leone was voor mij lange tijd het summum van de western. Dat kwam mede door de weergaloze soundtracks van Ennio Morricone. Nu zijn ze voor mij gedegradeerd tot het spaghetti genre. Je kon vroeger ook geen goed oordeel vellen omdat het bijna de enige westerns waren die de bioscoop haalden. Pas toen de dvd de filmwereld democratiseerde werd het kader ruimer is en beter vergelijkbaar. Alleen Il buono, il brutto, il cattivo is overeind gebleven voornamelijk vanwege de fabuleuze acteerprestatie van Eli Wallach en zijn prachtige civil-war revolvers. Clint Eastwood en Lee van Cleef kopieerden hun eerdere rollen van de goede en de slechte. Eli Wallach was een nieuwkomer in het genre. Zijn rol van de hyperactieve, diepgelovige, achterbakse bandiet is een bron van vermaak en het perfecte tegenwicht voor zijn zwijgzame concurrenten. Ze zijn alledrie op zoek naar een goudvoorraad die tijdens de burgeroorlog is verstopt. In steeds wisselende machtsverhoudingen naderen de 3 hun doel waar de strijd  definitief zal worden beslist. Toch is de reis op zich veel belangrijker dan het eindpunt. De goudschat is zo onbelangrijk dat ik zelfs ben vergeten of ze hem nu vinden of niet.

camera:Tonino Delli Colli             161 minuten               budget: $ 1.000.000            boxoffice: $ 25.000.000               opnamelocatie: Rome, Burgos en Almeria

Outlaw Josey Wales

The outlaw Josey Wales – Clint Eastwood – 1976

Als zijn vrouw en zoon in de Burgeroorlog door de noordelingen wordt vermoorden voegt de op wraak beluste arme boer Clint Eastwood zich bij het zuidelijke leger. Aan het einde van de oorlog zet hij de strijd voort en wordt tot outlaw bestempeld. Tegen wil en dank krijgt hij gezelschap van Sondra Locke (mevrouw Eastwood) en de indiaan Chief Dan George. Na veel avonturen vinden ze korte tijd rust op een verlaten boerderij. Maar het is hun niet gegund en ze worden gevonden door de verbeten bountyhunter John Vernon. Bij de confrontatie blijken ze beiden moe van de strijd en krijgt Eastwood een kans om te ontsnappen.

Eastwoods 5de film als regisseur en zijn 8ste als western acteur heeft prachtige fotografie van Bruce Surtees en verbazingwekkende filosofische teksten. Vooral Chief Dan George spreekt met zijn naïeve wijsheid als de Dalai Lama. Het lijkt veel op de rol die hij eerder in Little Big Man (Arthur Penn 1970) speelde. Op een onverwachte manier is het verhaal van een outlaw uitgegroeid tot een waar epos. Eastwood is zijn eendimensionale karakter van de spaghettiwestern ontgroeid.

Camera: Bruce Surtees       135 minuten         budget: $ 3.700.000             boxoffice: $ 31.800.000

Heavens Gate G-finalquad-emailable

Heavens’s Gate – Michael Cimino – 1980

Na het succes van The Deer Hunter (1978) kreeg regisseur Michael Cimino carte blanche van de studio United Artist voor zijn western Heaven’s Gate. Hij begon met een budget van $12.000.000 en eindigde bij $44.000.000 en 220 uur film. Na bewerking leverde hij een film van 5,5 uur af die door de studio werd geweigerd. Cimino ging opnieuw aan de slag en kwam tot slot op 216 minuten uit. De première verliep rampzalig en de film werd overal door de critici de grond in gestampt. Het betekende het einde van de carrières van Cimino en hoofdrolspeler Kris Kristoffersen. Het is ook het moment waarop de Hollywood studio’s definitief de regie van de regisseurs overnamen. Pas de laatste jaren is er enige heroverweging en ontstaat een voorzichtig oordeel dat de film toch een meesterwerk is. En op de lange duur schijnen de kosten ook goed gemaakt te zijn.

Het verhaal is het klassieke thema van de strijd tussen de veeboeren die de ruimte willen en de landarbeiders die de hekken plaatsen. De veeboeren waren er het eerst en zijn rijk. Ze formeren een legertje huurlingen om hun eisen kracht bij te zetten. Kris Kristoffersen staat tussen beide partijen in en is de spil waar het verhaal om draait. Zijn liefje Isabelle Huppert heeft als prostituee ook een relatie met de aanvoerder van de huurlingen Christopher Walken. Natuurlijk winnen de boeren maar de strijd is bloedig en langdurig. In de 1ste versie van de film duurde de laatste slag mer dan een uur. De verhaallijn rammelt een beetje vanwege de vele inkortingen. Dat wordt vergeven door de oogverblindende fotografie van Vilmos Zsigmund. Zijn zachte analoge beelden tonen de meest subtiele atmosferische invloeden die te vangen zijn. Het valt nog maar te bezien of dit met de huidige digitale camera’s ook mogelijk is.

camera: Vilmos Zsigmond        216 minuten      kosten: $ 44.000.000         boxoffice: $ 3.000.000

Ride with the devil - Skeet Ulrich, Jewel, Tobey Maguire og Jeffrey Wright i Ride With the Devil

Ride with the devil – Ang Lee – 1999

Alle oorlogen worden voor een groot deel uitgevochten door jonge mannen. Maakt niet uit of het nu de Amerikaanse Burgeroorlog, Vietnam of het IS kalifaat is. We waren het even vergeten omdat Hollywood te vaak uit marketing oogpunt zijn oude sterren castte in de oorlogsfilms. Ang Lee stapt daar vanaf en komt met een jeugdige groep avonturiers die met bravoure maar ook met onzekerheid voor hun land opkomen. Tobey Maguire en Skeet Ulrich spelen met hun lange jassen en lange haren in de ultieme jongensdroom. Ze wonen in Missouri en komen uit wraakbehoefte in het zuidelijke leger terecht. In de winter wordt er niet gevochten en het stel schuilt op een eenzame boerderij waar Jewel woont. Ze zijn niet eg bloeddorstig en dat wordt hun kwalijk genomen door de angstaanjagende Jonathan Rhys Meyers. Als Maguire en Jewel na afloop van de burgeroorlog met hun baby naar Californië afreizen worden ze nog een keer belaagd door Meyers. Het gebeurt niet vaak in een western maar ze blijven ten koste van Meyers in leven. Dat happy end hebben we natuurlijk te danken aan de father of feelgood Ang Lee. Alleen pech voor hem dat de film op het verkeerde moment werd uitgebracht en vreselijk flopte. Gelukkig werd het niet zijn laatste film.

Camera: Frederick Elmes       138 minuten         budget $ 38.000.000         boxoffice USA: $ 650.000

Open-Range-2-cao-boi-vien-tay

Open Range – Kevin Costner – 2003

Het is 1882 en de veemensen gaan het dan toch langzaam verliezen van de stedelingen en de landbouwers. Robert Duvall en Kevin Costner drijven met 2 knechten hun kudde langs een stadje en sturen iemand erop uit om nieuwe voorraden in te kopen. Als hij niet terugkomt gaan ze op onderzoek uit en vinden hem in de gevangenis. Het stadje is in handen van een grootgrondbezitter die niets moet hebben van de cowboys. Ze vinden steun bij Annette Bening die met haar broer samenwoont. Costner denkt in eerste instantie dat ze een echtpaar zijn. Prachtig hoe de lompe cowboys onbeholpen hun kopje thee drinken. Als ze terugkomen in hun kamp blijkt hun knecht te zijn vermoord. Ze keren terug naar het stadje om wraak te nemen. Eind goed al goed en Costner vertrekt uit het stadje met de belofte aan Bening dat hij terug zal komen.

Mooie trage film die zoals alle Costners films netjes binnen het kader van het genre blijft. Annette Bening speelt een vertederende alleenstaande vrouw die wanhopig wacht of er nog een man voor haar langskomt. Costner leert je dat een gunman alleen maar snel kan zijn als hij zonder nadenken zijn revolver trekt en onbezonnen erop losschiet. De onopvallende Robert Duvall lukt het natuurlijk altijd om indruk te maken.

camera: J. Michael Muro            139 minuten           budget: $ 22.000.000       boxoffice: $ 68.000.000

AXN Programm News September 2008

 The Missing – Ron Howard – 2003

Huisarts Cate Blanchett kan maar amper rondkomen in het verlaten oord waar ze met haar dochters Evan Rachel Wood en Jenna Boyd woont. Als haar vader Tommie Lee Jones langskomt wil ze vanwege het verleden niets meer van hem weten. Evan Rachel Wood wordt door ontsnapte indianen ontvoerd en dreigt in Mexico te worden verkocht. Vader en dochter sluiten met moeite vrede en zetten de achtervolging in. Jones heeft een groot deel van zijn leven bij de Indianen gewoond. Hij heeft er vreemde gewoonten en contacten aan overgehouden. Dank zij die contacten kunnen ze de meisjes bevrijden en vluchten naar de veiligheid van een bergtop. Daar worden ze belegerd en Jones offert zich op om het leven van zijn dochter te beschermen.
Ron Howard wordt door de critici niet tot de grote regisseurs gerekend. Zijn films zijn weinig subtiel maar zeer bekijkenswaard. Hij weet  altijd een groot budget los te peuteren en kan daar heel adequaat mee overweg. En als je dan voor de hoofdrollen Blanchett en Jones kunt strikken kan er natuurlijk weinig misgaan.

Cameraman: Salvatore Totino      137 minuten         budget: $ 60.000.000       boxofffice world: $ 40.000.000

Voor mijn 11 klassieke B westerns zie:

11 klassieke B-westerns

 

Ontknopingsmuziek 1 – 5

Strauss Alpensymfonie

Richard Strauss – Eine Alpensinfonie – 1915

Als een impressionist schildert Richard Strauss (1864-1949) zijn majestueuze bergen. In weergaloze streken beeldt hij de anatomie van het Alpenlandschap uit met het bijbehorende klimaat. Programmatische muziek is nooit zo beeldend geweest. Je hebt het cd-boekje er amper bij nodig om te weten op welk plek van de wandeling je jezelf bevindt. Persoonlijke beelden en indrukken van bergwandelingen komen automatisch bovendrijven.

1. Nacht – 2. Sonnenaufgang – 3. Der Anstieg – 4. Eintritt in den Wald – Wanderung neben dem Bache – 5. Am Wasserfall – 6. Erscheinung – 7. Auf blumigen Wiesen – 8. Auf der Alm – 9. Durch Dickicht und Gestrüpp auf Irrwegen – 10. Auf dem Gletscher – 11. Gefahrvolle Augenblicke – 12. Auf dem Gipfel – 13. Vision – 14. Nebel steigen auf – 15. Die Sonne verdüstert sich allmählich – 16. Elegie – 17. Stille vor dem Sturm – 18. Gewitter und Sturm, Abstieg – 19. Sonnenuntergang – 20. Ausklang – 21. Nacht.

Strauss schreef de muziek voor de Alpensymfonie in zijn vakantievilla in Garmisch in de Beierse Alpen. Hij gebruikte de grootst mogelijk symfonie-orkest bezetting. De minimale bezetting was voor 107 muzikanten, gewenst 127 en optimaal 137. Dan is het ook niet vreemd dat hij 100 dagen bezig was met het uitschrijven van de orkestpartituur. Maar hij was die grote muziekstukken natuurlijk wel gewend. Zijn opera’s zullen nog veel meer arbeid gevraagd hebben.
Heel jammer dat hij later in de Nazi-regering voor korte tijd minister van muziek is geworden. Was het een naïeve poging om zich voor de muziek in te kunnen blijven zetten?

In the wee small hours  Frank Sinatra – In the wee small hours – 1955

In the wee small hours of the morning, While the whole wide world is fast asleep, You lie awake and think about the girl, And never, ever think of counting sheep.
When your lonely heart has learned its lesson, You’d be hers if only she would call, In the wee small hours of the morning, That’s the time you miss her most of all.

De teksten van het titelnummer en de afbeelding op de hoes zijn afdoende om de desolate sfeer van dit Capitol concept album te duiden. Sinatra staat in een nachtelijke straat te peinzen over verlatenheid en verloren liefde. Men zegt dat de melancholieke stemming van het album het gevolg is van het vertrek van Ava Gardner. Zijn tweede echtgenote en de liefde van zijn leven die niet als gewoonlijk volledig voor hem viel en er vandoor ging. We beleven met Sinatra alle facetten van gebroken harten en verlangende liefde steeds weer als voor de eerste keer. Het is zijn derde Capitol elpee en het eerste echte concept album dat de nieuwe kansen van het nieuwe  langspeelmedium volledig benut. De stemming wordt nergens gebroken en de golvende orkestarrangementen van Nelson Riddle stromen als een warm bad langs de desolate vocalen die nergens wanhopig worden. Want het lukt Sinatra om bij alle liedjes zijn melancholische kwetsbaarheid met warmte en optimisme omhullen. Zoals uit de teksten blijk is hij ook wel een beetje glad to be unhappy. Hij wacht geduldig zijn kans af en will be around when he’s gone.

De titels van de liedjes zeggen genoeg: I get along without you very well;  Can’t we be friends; Last night when we were young; I see your face before me; It never entered my mind, Dancing on the ceiling, I’ll never be the same.
Wat is het toch heerlijk om je samen met Sinatra droevig te voelen.

KindofBlueAlbum

Miles Davis – Kind of Blue – 1959
Op 2 maart en 22 april heeft Miles Davis in New York zijn bekendste elpee opgenomen en de liedjes in een take op de band gezet. Hij creëerde het impressionisme in de jazzmuziek. Misschien was het een voordeel dat hij geen groot technicus was. Hij verliet de razend ingewikkelde bebop jazz en hield het simpel. Vlak voor de opnames schreef hij de thema’s en schema’s waarmee de musici aan de slag gingen. Door die vluchtige ervaring van de improvisatie werden ineens diepere gevoelens in muziek uitgedrukt. Miles lijkt met Kind of Blue de jazz voorbij te zijn. Hij heeft zijn muziek genreloos gemaakt. Het enige jazzy dat er aanhangt zijn de blaasinstrumenten en de zwarte huidskleur (m.u.v. Bill Evans) van de musici. Het is een van de meest invloedrijke albums ooit geworden en favoriet van kenners en leken. Zelfs Duane Allman heeft de plaat stukgedraaid. Het sextet is met de jaren uitgegroeid tot een sterrencast: Miles Davis – trompet, John Coltrane – tenor sax, Julian Cannonball Adderley – alt sax, Bill Evans – piano, Paul Chambers – Bas en Jimmy Cobb – drums. Wie is er niet gevoelig voor zo’n ontspannen manier van musiceren. Het lijkt wel dat The birth of the cool  (1957) naar een meer universele versie is vertaald.

Low David Bowie

 David Bowie – Low – 1977

Low  was voor Heroes en Lodger het eerste album van Bowies Berlijn Trilogie. De muziek is ten dele gemaakt voor zijn speelfilm The Man who fell to earth (Nicolas Roeg 1976). Maar Roeg vond de muziek niet toepasselijk en alleen de hoesfoto bleef over als herinnering aan de film. Delen van de muziek werden in Frankrijk omgebouwd voor Low. Bowie verhuisde daarna van Los Angeles naar het anonieme Berlijn om de roem en zijn cocaïne verslaving te ontvluchten. Producer Tony Visconti onthult dat de titel Low slaat op Bowies state of mind tijdens dit ontwenningsproces. De elpee experimenteert verder op het toch al dwarse Station to Station (1976). Voor mij wordt de muziek pas na 37 jaar urgent nu het nieuwe en grensverleggende eraf is. De opbouw is nog typisch voor een vinyl elpee met 2 kanten. De rock georiënteerde en van vocalen voorziene eerste kant en de meer instrumentele soundscapes van kant 2. De inbreng van Brian Eno zal wel bepalender zijn geweest dan die van Tony Visconti die meer geluidstechnicus was. En wat een genot om het brutale gitaarspel van Carlos Aloman te volgen. (Always driving the same car).

Mike Farris - Salvation In Lights - Front

Mike Farris- Salvation in Lights – 2007

Salvation in Lights is  de tweede cd van Mike Farris (1968). Hij kwam volkomen uit het niets via het Time jaarlijstje van 2007 tot mij. Farris valt blijkbaar volkomen buiten onze Europese muziekscope. Blanke soulzangers zingen anders dan zwarte. Het lijkt of hun leed nog groter is. Zij missen mogelijk de eeuwenlang doorstane ervaring van ellende die gelatenheid brengt. De blanken hebben in white trash kringen ook hun blues maar behoren in het grote plaatje toch steeds tot de bovenliggende partij. En ellende heeft Farris voldoende in gebroken gezinnen, drugs en alcohol gevonden. Hij heeft geen grote stem maar er zit zoveel venijn in dat hij met gemak door de overtallige begeleiding heen snijdt. De soul op Salvation in Lights bestaat uit 2 delen gospel en 1 deel blues. Die blues heeft Farris geleerd toen hij na overlijden van Stevie Ray Vaughn leadzanger werd van Double Trouble. De gospel is heerlijk vet en wordt dik aangezet met hoorns en deinende zangeressen. Het geheel is prachtig in Nashville geproduceerd door Matt Martone met deels standards en deels zelfgeschreven originals. We horen een overtuigd gelovige wiens persoonlijke Salvation plaats vond toen hij op een begrafenis van een vriend de alcohol afzwoer en God omarmde. Het grootste compliment dat je hem kunt maken is dat zijn studio uitvoering van A change is gonna come beter is dan het origineel van Sam Cooke. Live is de strijd onbeslist. http://www.youtube.com/watch?v=7vEB93i0K3s

John Williams – Butcher’s Crossing – 1960

1001004002859154De western is jammer genoeg voorbehouden aan jongensboeken en speelfilms. De laatste tijd ook nog in sterk afnemende mate, alhoewel vooral vrouwen blijven toegeven dat ze westerns best wel leuk vinden. In de literatuur is het genre helaas nooit iets geworden. Dat is vooral jammer omdat mijn eerste leeswereld ontstond in het Wilde Westen. Na een korte inleiding van 10 delen Arendsoog van vader Jan en zoon Paul Nowee kwam ik al snel terecht bij Karl May. Zijn romans boden een meer volwassen wereld waar je echt in kon verdwijnen. Het was eigenlijk geen strikte kinderlectuur zoals al op de kaft stond vermeld: voor vaders en zonen. Als ik nu een pagina teruglees blijkt dat te kloppen. Het is een lectuur die natuurlijk gedateerd is maar toch heel goed kan zorgen voor het creëren van een leesbehoefte. Tijdens het lezen van Butcher’s Crossing moet ik regelmatig aan Karl May denken en blijkt hoe groot zijn invloed op mij was.

May, Karl _RauppCarl Friedrich May (1842-1912) schreef zijn reisverhalen onder het weinig verhullende pseudoniem Karl May.  Met 200 miljoen verkochte boeken behoort hij tot de bestverkochte en nog steeds verkopende Duitse schrijvers. Kort na zijn geboorte werd hij door vitaminegebrek blind en zijn grootmoeder las hem veel sprookjes voor. Op 5 jarige leeftijd werd hij na toediening van vitamine A&D genezen en kon hij weer goed zien. Ondertussen was zijn fantasie zodanig gestimuleerd dat hij er een rekkelijke moraal op na hield. Voor verschillende kleine misdrijven werd hij betrapt en gestraft en pas op 33 jarige leeftijd begon hij te schrijven. Het duurde nog tot 1893 voor hij aan Winnetou en het wilde westen toekwam.
Wat heb ik genoten van de spannende avonturen vol christelijke ethiek en nobele wilden. De hoofdpersoon  Old Shatterhand heeft altijd gelijk en gelooft stellig in het goede in de mens. Zelfs de slechteriken zijn goed maar weten even niet wat ze doen. Over de ongerepte landschappen zwerven kudden paarden of bizons die aan een interne rangorde gehoorzamen. De Indianen waren wild maar leefden wel volgens een eigen normensysteem. Ze waren gedoemd ten onder te gaan aan de oprukkende blanke beschaving. Er zijn matige Europese films van gemaakt met Lex Barker in de hoofdrol . Ik herken de sfeer van de Karl May boeken meer in het Hollywood avontuur van Kevin Costner in Dances with wolves (Kevin Costner 1990).

index (1)Een Duitse landmeter komt tijdens de maatvoering van een spoorlijntraject  in aanraking met de Mescalero Apachen. Het opperhoofd Intschu Tschuna heeft een zoon Winnetou en een dochter Nscho-tschi. De landmeter krijgt de bijnaam Old Shatterhand omdat hij zijn tegenstander met één vuistslag buiten westen kan slaan. Hij redt de argwanende Winnetou een paar keer uit de handen van de vijandige Comanches en ze raken bevriend. Ze worden bloedbroeders en de zus wordt verliefd op Old Shatterhand. Ook hun paarden waren broers: Winnetou reed op Iltschi (wind) en Old Shatterhand op Hatatitla (bliksem). Old Shatterhand leerde de Indiaanse sluiptechnieken en Winnetou sloeg bij iedere gedode vijand een zilveren spijkertje in zijn zilverbuks. Old Shatterhand kreeg van mr. Henry himself zijn beroemde repeteergeweer en hield daarnaast zijn zware berendoder  voor de lange afstand. Na het wilde westen ging Old Shatterhand  naar het Midden Oosten waar hij zich Kara Ben Nemsi (Karel de Duitser) noemde. Hij reed op zijn Arabische hengst Rih (waar het Amsterdamse fietsenmerk naar is genoemd) en zijn metgezel Hadji Halef Omar. Zelfs Winnetou maakt ook nog de reis naar de Bedoeïen.

Karl May heeft voor Costner voldoende materiaal geproduceerd om vele vervolgfilms te maken. De serie van Old Shatterhand/Kara Ben Nemsi  omvat 25 delen met 300 dichtbedrukte pagina’s. Een vervolg van nog eens 25 delen met algemene avonturen werd me teveel. Ook omdat het losstaande verhalen waren waarin de bekende hoofdfiguur niet meer voorkwam.

De western komt amper voor in de serieuze literatuur. John Barth heeft in hetzelfde jaar als Butcher’s Crossing zijn dikke en dolkomische The Sotweed Factor (1960) over het ontstaan van Amerika geschreven. Gone with the wind (1936) van Margaret Mitchell was ook dik en meeeslepend en gaat over de Amerikaanse Burgeroorlog. Het zijn eerder historische romans dan westerns. Een western speelt zich af vlak voorbij de rand van de beschaving. Waar ieder denkt recht te hebben op zijn eigen vrijheid en de wet amper geaccepteerd wordt. De western films zijn vaak gebaseerd op romans van Zane Grey en Lois L’amour. Ik heb ze nooit gelezen en begin er ook niet meer aan. Wel aan Cormac McCarthy en James Carlos Blake waarover later meer.

9789048816743_hires

Na de impact van zijn Stoner (1965) ben ik het aan John Williams (1922-1994)  verplicht om minstens nog een roman van hem te lezen. Opnieuw in het Nederlands vanwege de weer prachtige uitgave van Lebowski Publishers. Ik kan zelfs Sinterklaas er toe overhalen om het als cadeau aan mijn vrouw te geven. Toch duurt het even voor ik er een leesplekje voor kan vinden. Door de teleurstellende Texaanse  familiesage The Son (2013) van Philipp Meyer heb ik even genoeg van Amerikaanse toestanden. Pas tijdens de zomervakantie vind ik in de gouden en verlaten graanprairies van Denemarken een aanleiding om naar Butcher’s  Crossing af te reizen.

Het is de tweede van de 4 romans van John Williams en 5 jaar voor Stoner  geschreven. Het Westerngenre was in de jaren 60 minder exotisch dan het nu zou zijn. Het gouden decennium van de bioscoopwestern was afgelopen en werd verplaatst naar de tv. Rawhide met Clint Eastwood (1959-1966), Bonanza (1959-1973) en Gunsmoke (1955-1975) werden wekelijks uitgezonden. De series arriveerden met 5 jaar vertraging op de Nederlandse tv schermen. Het was dus eerder een originele dan een ongewone keuze van Williams om zijn roman te situeren in het Wilde Westen. Net als bij Stoner is het een verhaal van de buitenstaander dat eenvoudig en met grote nauwkeurigheid wordt verteld. John Williams is een goed waarnemer met een beeldend voorstellingsvermogen. De wereld van 150 jaar geleden (voor Williams was het maar 100 jaar) wordt waarachtig tot leven gebracht. We staan er zelf bij en kunnen meekijken naar de handeling. Maar net als bij Stoner  blijven we aan de buitenkant.  We kunnen slechts gissen naar de innerlijke drijfveren van de personages. Het is beschrijvende literatuur die de boodschap zo economisch mogelijk zonder literaire franje overbrengt. Het is een voorbode van de hippietijd met het verlangen van terug te keren naar de ongerepte wildernis van vroeger. Niet voor niets bestaat zijn voorwoord uit citaten van Ralph Waldo Emerson en Herman Melville. Een verhaal zonder helden en daarmee minder geschikt voor Kevin Costner en beter passend bij de antihelden Henry Fonda of Glenn Ford.

K-Camp-of-Buffalo-HuntersWilliam Andrews wil na zijn studie de drukke maatschappij ontvluchten en terugkeren naar de natuur. Hij reist van Boston naar het westen en komt aan in het 6 huizen tellende stadje Butcher’s Crossing. Hij laat zich niet overhalen tot een kantoorbaantje bij de huidenhandelaar McDonalds  en organiseert met zijn spaargeld een bizonjacht. De ervaren bizonjager Miller is bereid de expeditie te leiden naar een besloten vallei waar hij vroeger een grote kudde bizons heeft gezien. De praatgrage Charley Hoge wordt de kok en de cynische Fred Schneider gaat mee als vilder. De maagdelijke Andrews ontmoet de prostitué Francine. Zij wordt verliefd op zijn onschuld die na de trip verdwenen zal zijn.  Andrews is echter te schuchter om op haar avances in te gaan en vertrekt met de expeditie. De zwijgzamer Miller leidt hen gedurende 2 weken westwaarts en Schneider twijfelt aan het richtingsgevoel van Miller. Toch vinden ze de nauwe pas die toegang geeft tot de vallei en de bizons zijn nog steeds aanwezig. Nauwkeurig beschrijft Williams hoe Miller zijn kogels giet en Schneider zijn vildersmessen slijpt. Ook de tactiek  van het afschieten wordt met veel kennis van zaken vertelt. Miller creëert een stilstand van de kudde door steeds de leider uit te schakelen. Hij wisselt regelmatig van geweer zodat Andrews de loop kan afkoelen en het mechaniek schoonmaken. Als een bezetene blijft Williams doorschieten en als er nog 300 van de 3500 bizons resten valt aan het eind van een warme dag een eerste sneeuwvlok. Ze begrijpen dat ze te lang zijn doorgegaan en treffen maatregelen tegen de naderende sneeuwstorm. Miller instrueert ze hoe ze zich moeten ingraven en 3 dagen liggen ze ingesneeuwd tussen de bizonhuiden te wachten tot de storm is uitgeraasd. Ze kunnen niet vertrekken omdat de toegangspas tot de vallei is ingesneeuwd. Van de huiden maken ze een schuilhut en de mannen leven van wild en water. Als ze in april kunnen ze vertrekken en vangen ze de paarden en de ossen die opnieuw getemd moeten worden. Ze laden de wagen met een deel van de huiden en verbergen de rest voor later. Bij het oversteken van een rivier botst een afdrijvende boomstam tegen Schneiders paard. Hij wordt door een hoeftrap gedood en het paard en de boomstam slepen de wagen met de huiden mee de rivier af. Alles is verloren en de 3 vervolgen hun reis naar huis.
Bij thuiskomst blijkt de huidenmarkt ingestort en komt de spoorlijn niet naar Butcher’s Crossing maar wordt 80 km verderop aangelegd. De tijden zijn veranderd en de 3000 achtergelaten huiden zijn waardeloos. De huidenhandelaar McDonalds is failliet en Francine staat op punt van vertrek. Andrews ontmoet haar en spreekt eindelijk zijn gevoelens voor haar uit. De wasbeurt waarin hij het vuil van de reis van zich af wast en zijn haar knipt wordt minutieus beschreven. Hij trekt bij haar in en ze komen gedurende 5 dagen haar kamer niet meer uit. Miller draait volkomen door en steekt kantoor en voorraad huiden van MacDonalds in brand. Iedereen kijkt toe en Andrews komt tot de slotsom dat ijdelheid de bron van al het kwaad is. Hij vraagt zich af of het kwaad in de mens zit of dat het hem van buiten af overvalt. Hij geeft de slapende Francine de rest van zijn geld en vertrekt met de noorderzon. Niet terug naar Boston maar naar een doel dat zich in de loop van de dag vanzelf zal openbaren. In de laatste scene wordt de roman dus toch nog een western waarin de held uit beeld rijdt zoals hij in het begin het verhaal binnenrijdt.
 K-Skinning-Buffalo
Williams heeft net als bij Stoner  een overzichtelijk boek geschreven. Met slechts 6 personages is het al bijna een filmscript. Vanwege de spaarzame dialogen zou het minder goed als toneelstuk werken. Het kost me soms moeite om mijn aandacht erbij te houden. De zinnen zijn niet literair genoeg om op zichzelf  te staan. Ik wil daardoor door met het verhaal en er te veel een pageturner  van maken. Maar daar is het verhaal weer niet spannend genoeg voor. Tot slot blijkt Butcher’s Crossing vooral lezenswaard in de naglans van Stoner.  Ik denk niet dat het op eigen kracht zou hebben gewerkt en de dezelfde aandacht zou generen. Het is gewoon interessant om de verschillende werelden van John Williams te leren kennen. Een groot voordeel is dan wel dat hij maar 4 romans heeft geschreven. We kunnen snel compleet zijn, als Augustus opnieuw zo mooi wordt uitgegeven krijgt Williams opnieuw een kans.

 

Voor Stoner zie: https://erikgveld.wordpress.com/2013/07/01/john-williams-stoner-1965/

Voor The son van Philipp Meyer zie: https://erikgveld.wordpress.com/2013/12/07/philipp-meyer-the-son-2013/

Frank McCarthy_-_Winter_Hunt

Frank McCarthy – Winter Hunt

 

Frank McCarthy - The-Buffalo-Runners-1024x768

Frank Mccarthy – The Buffalo Runners

Indians_hunting_buffalo

 

Johannes Corneliszoon Verspronck (1600-1662)

25 gulden verspronck 1945

Halverwege de 17de eeuw had Haarlem 50.000 inwoners en was daarmee na Amsterdam en Leiden de derde stad van Nederland. Het is dus niet vreemd dat er naast de grote Frans Hals (1583-1666) ruimte was voor nog een grote portretschilder. Dat was de een  generatie later geboren Johannes Corneliszoon Verspronck (ca 1600-1662). Misschien ging hij korte tijd na de lessen van zijn vader bij Hals in de leer. Zijn schilderstijl is bijna als een reactie op de grove penseelvoering van Hals op te vatten. Verspronck schildert veel stiller en nauwkeuriger. Zijn kleuren zijn zachter en zijn penseelstreek is niet opvallend. Hij was een broodschilder want zijn hele oeuvre bestaat uit portretten. Er zijn er 100 bekend en 3 halen zelfs de eregalerij van het Rijksmuseum.   In dezelfde nis hangen ze bij elkaar. Het Meisje in het blauw (dat van 1945 tot 1947 het 25 gulden biljet versierde) en de portretten van de vriendelijke Eduard Wallis en de pinnige Maria Strijp. Zijn 2 andere meesterwerken zijn de 2 regentessen schilderijen van het Frans Halsmuseum. Dankzij een gift uit 2003 van het Elisabeth von Thüringenfonds aan het Frans Halsmuseum is de waarde van een Verspronck in te schatten. De gift omvatte 11 schilderijen en werd op €100 miljoen getaxeerd. Een Frans Hals daarvan was €70 miljoen waard,  Verspronck’s Regentessen van het St. Elisabeth of Groote Gasthuis te Haarlem was €15 miljoen. De overige 9 schilderijen maakten samen de resterende €15 miljoen vol. De mooiste Versproncks zijn natuurlijk museumbezit en niet te koop. In een kunstveiling heb ik een paar minder mooie gespot die tussen de €20.000 en 50.000 waren geprijsd.
Dankzij zijn sobere en rustige stijl heeft Verspronck zich als schilder bijna onzichtbaar gemaakt. Als mens was hij vermoedelijk net zo. Een enigszins geïsoleerde figuur in de Haarlemse schilderkringen. Dat kan ook de reden zijn dat hij zelfs niet de moeite nam tot een zelfportret. Het is ontroerend om zonder dat er iets tussen ons in staat oogcontact te maken met de Haarlemse burgers van 400 jaar geleden.

1   Verspronk , Johannes_Cornelisz_-_Portret_van_een_meisje_in_het_blauw_-_Google_Art_Project

Portret van een meisje in het blauw

Opnamedatum: 2009-04-02restauratie D/E foto;

Portret van Eduard Wallis

Opnamedatum: 2009-04-02 restauratie D/E foto;

Portret van Maria Strijp

4 - Verspronk SK-A-1253

Opnamedatum: 2009-04-02 restauratie D/E foto;

6   Verspronck SK-A-3352

7 Verspronck .png

Opnamedatum: 2009-04-02 restauratie D/E foto;

9   Verspronk, Johannes

10     Verspronck, Man 1645

10  Verspronck

11      Verspronk, Musée_de_Lille_J._Verspronck_Portrait...

13 Verspronck ._Elisabeth's_Hospital_in_Haarlem_by_Johannes_Cornelisz_Verspronck

Regentessen van het St. Elisabeth of Groote Gasthuis te Haarlem

14    WLANL_-_Johannes_Verspronck-Regentessen

Regentessen van het Haarlemse stads-armenhuis Heilige Geesthuis

F 22 Raptor

1    f22-raptor-217333

De spannendste blogs ontstaan spontaan en onverwacht. Door een toeval opent zich een nieuwe wereld die met interesse betreden kan worden. De Amerikanen bombarderen Syrië onder meer met de F22 meldt de Volkskrant. Het vliegtuig voert zijn eerste gevechtsmissies uit en is daarmee State of the Art.
Nederland vliegt in Irak met de oude F16 en gaat deze vervangen door de F35 – JSF. Zoals de Nederlandse koopman betaamt kiest hij voor een betaalbaar stealth vliegtuig voor de 21ste eeuw. In het JSF programma leidt 1 ontwerp tot de bouw van 3 verschillende typen toestellen. Een conventioneel luchtmacht vliegtuig, een type dat verticaal stijgt&landt en tot slot een toestel voor de vliegdekschepen. De prijs is onzeker maar is ondertussen (vanaf de instapprijs van € 30 miljoen) gestegen tot  € 70 miljoen per stuk.

De Lockheed Martin F-22 Raptor valt met zijn prijs van $ 150 miljoen in een compleet ander segment. De toegepaste techniek is nog zo geheim dat hij zelfs niet aan Israël of Zuid Korea mag worden verkocht. Het is het duurste gevechtsvliegtuig ter wereld. Alleen de B-2 Spirit stealth bommenwerper van Northrop is met zijn $2.200 miljoen aanzienlijk duurder. Die belachelijk hoge prijs komt doordat de ontwikkelkosten op het kleine aantal van 21 geproduceerde toestellen drukken. De prijs van de F22 valt weer mee als je hem vergelijkt met de grote personentoestellen. Een Boeing 747 kost tussen de $ 170 en 190 miljoen en een Airbus A380 (800 personen) komt uit op €230 miljoen.

3   F-22_4018

De F22 heeft als bijnaam Raptor. Alle Amerikaanse fighters zijn genoemd naar vogels en men koos nu voor de de algemene naam roofvogel. Ook is het een afkorting van de Velociraptor. De vleesetende dinosaurus die op een vogel lijkt en vooral bekend is door zijn angstaanjagende optreden in de speelfilm Jurassic Park (Steven Spielberg 1993) waar hij Laura Dern belaagt. De F22 wordt in delen door 3 verschillende firma’s geproduceerd: Lockheed-Martin is de hoofdaannemer en verantwoordelijk voor de constructie, een deel van de romp, de wapensystemen en de assemblage. Boeing produceert de vleugels, de brandstofvoorziening, de integratie van de Avionica, de Aeronautics (=airodynamica en navigatie) en de training. Pratt & Whitney levert de F119-PW-100 turbine motoren.

De F-22 ontwikkeling startte in de jaren 80 met een air-to-air gevechtsvliegtuig dat bestemd was voor de dominantie van het luchtruim. Die rol werd vanwege verminderde dreiging uitgebreid tot een multi-missie toestel dat ook grondaanvallen met slimme precisie-munitie kan uitvoeren. Electronische oorlogsvoering is mogelijk doordat het toestel radiosignalen van de vijand  uitschakelt en tevens met signals intelligence informatie van de vijand verzameld. De eerste testvlucht van een F-22 vond plaats in 1997. De bouw begon in 2005 en er zijn inclusief de 8 testtoestellen totaal 195 fighters gebouwd. Door het ontbreken van concurrerende  vijandelijke bouwprogramma’s en de komst van de goedkopere en veelzijdige F35 is de productie gestopt. De F22 is momenteel het beste gevechtsvliegtuig ooit gebouwd. Maar er komen concurrenten aan die bij overeenkomstige specificaties het in prijs winnen. Rusland is in de prototype fase met de 5de generatie fighter Sukhoi T50. Hij wordt met financiële steun van India ontwikkeld en de export productie start in 2020. Hij lijkt erg op de F22 en vooral de prijs van $50 miljoen is zijn sterke punt. Want 3 toestellen voor de prijs van 1 geeft aanzienlijke uitbreiding van de gevechtskracht.

F22 1280px-Lockheed_Martin_F-22A_Raptor_JSOH

De F22  behoort tot de 5de generatie gevechtsvliegtuigen. Het ontwerp is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  1. De mogelijkheid tot supercruise waarbij met last gevlogen kan worden op supersonische snelheden (>1200 km/u: de geluidssnelheid)  zonder gebruik te maken van na-verbranding (=extra ontsteking van de uitlaatgassen). De kruissnelheid in supercruise is 2000 km /uur en met 2 externe brandstoftanks wordt het vliegbereik 3000 km. Supercruising is alleen mogelijk bij geringe luchtweerstand. Dat is de reden waarom de wapenlast intern wordt opgeborgen. Omdat de motor moet functioneren bij extreem hoge temperaturen is hij gemaakt van titanium.  
  2. Als air-to-air fighter dient het toestel extreem wendbaar te zijn. Dit lukt door het toepassen van stuwstraalbesturing op de uitlaten. Het is een toevoeging op de conventionele besturing.
  3. De stealth eigenschappen behoren tot de 4de generatie. Bij een snelheid > 1500 km/u is het toestel onzichtbaar op de radar. Dit wordt bereikt door de huid te maken van composiet materialen die de vijandelijke radarstralen absorberen. Door  de extreme vliegsnelheden wordt de reactietijd van de tegenstander verkleind.  De infrarooddetectie van de warmtebron wordt voorkomen door de supercruise zonder na-verbranding en vanwege de interne ontbrandingsbronnen. Visuele detectie en akoestische detectie wordt voorkomen door het vliegen op grote hoogte (20 km). Vooral deze stealth technieken zijn geheim en zorgen voor het exportverbod op de F22.
  4. Toepassing van geïntegreerde Avionica (aviatiek en elektronica) waarbij naast de vluchtinstrumenten talloze geïntegreerde systemen draaien zoals radar-, infrarood- en optische sensoren, vuurleidings-, zelfbeschermings-, identificatie-, navigatie-, communicatie- en commandosystemen. Allen bedienbaar vanaf head-up displays in de cockpit. Het lijkt me bijna onmogelijk dat alles probleemloos met elkaar communiceert en blijft functioneren zonder foutmeldingen.
  5. De wens van onderhoudsvriendelijkheid hield in dat het routine onderhoud van de Pratt & Whitney F119-PW-100 motoren met slechts 6 commercieel verkrijgbare gereedschappen uitgevoerd wordt. Klinkt mooi maar de werkelijkheid geeft een inkijkje in de ingewikkeldheid van de techniek.  Per vlieguur is 12 uur onderhoud nodig waarvan 1/3 wordt gebruikt voor herstel van de stealth huid. De tijd tussen 2 onderhoudsperioden is slechts 3,2 vlieguur en na 300 vlieguren gaat het vliegtuig een maand de loods in voor uitgebreider onderhoud.  In 2013 kwamen de kosten per vlieguur op $ 70.000, dit is 3 x zoveel als de F-16.

aircraft-4255-2831-wallpaper

Naast een enkelvoudige boordbewapening die bestaat uit een M61 Vulcan 6 loops 20 mm Gatlingkanon in de vleugel kunnen de volgende raketten/bommen meegenomen worden:

2 stuks AIM-9 Sidewinder raketten.
Een air-to-air supersonische doelzoekende  raket die zijn doelwit vindt met behulp van de door dat doel uitgestraalde warmte. De raket richt zichzelf en geeft, als hij een doel heeft gevonden, een melding aan de piloot die op de vuurknop kan drukken. Bereik: 20 km, snelheid: 3000 km/u en prijs per stuk: $ 85.000,-.

6 stuks AIM-120 AMRAAM (Advanced Medium Range Air-to-Air Missile).
Een air-to-air middellange afstandsraket  die de laatste 20 km km zijn doel met eigen radar volgt.  Bereik: 75 km, snelheid: 5000 km /u, kosten: $ 350.000,-.

Luchtgevechten worden alleen nog in films uitgevochten.  De krachtsverschillen in de laatste militaire acties zijn zo ongelijkwaardig dat gevechtsvliegtuigen hoofdzakelijk voor air-to-ground  acties worden ingezet. In dat geval worden 4 AIM-120 vervangen door:

2 stuks 1000 ponds JDAM (Joint Direct Attack Munition) ;
Een GPS gestuurde bom die op grote hoogte afgegooid kan worden. De coördinaten worden van te voren ingevoerd en de bom komt ongeacht het weer met een nauwkeurigheid van 3 meter van het doel terecht. Het bereik is 20 km en de prijs $ 40.000,-

8 stuks 250 ponds SDB (Small Diameter Bomb)
Pas leverbaar zijn vanaf 2014. In aanvulling op de GPS sturing zijn ze voorzien van een 3-voudig geleidesysteem op basis van radar, infrarood en laser. Het bereik is 70 km en de prijs $ 40.000,- .

 

1   F-22  A_Raptor_in_column_flight_-_(Noise_reduced)

military-1920-1080-wallpaper

4    F22 1280px-Raptor-ElmendorfAFB-2009

f22_raptor_inverted_42141

 

 

 

 

 

 

Gabriel Roth – The Unknowns – 2013

Als je naar een feestje gaat, is het van belang er op het juiste moment je entree te maken. Ontloop als het even kan dat beklemmende eerste uur, als de vroege gasten nog schuchter bijeen staan in de keuken, maar wees op tijd voor de fase daarna, als het geroezemoes een kritisch punt passeert en zich een geluidsspiraal ontwikkelt waarbinnen iedereen steeds harder moet praten om verstaanbaar te blijven – een ambiance waarin het voorstelbaar wordt dat het feestje tegemoet zal komen aan het begrip feestelijkheid.

It’s important to choose the right moment to arrive at a party. You want to get there after the vertiginous first hour, when the early arrivals stand awkwardly around the kitchen, but in time for the next phase, when the noise level reaches some threshold and triggers a feedback loop and everyone starts raising their voices to be heard. At such a moment it’s possible to imagine that this party will live up to the promise inherent in the notion of a party.

Mijn Engelse leesvaardigheid heeft lang niet het niveau dat ik wens maar is voldoende om het verschil tussen beide paragrafen te onderscheiden. In de Nederlandse versie lees je over een ander die een feestje bezoekt. In de Engelse ben je zelf degene die de kamer binnenstapt. Het is een steuntje om mijn Engelstalige schrijvers in hun eigen taal te blijven lezen.

Het ligt niet aan de kwaliteit van de vertaler. Peter Abelsen is niet de minste als je ziet welke schrijvers hij mag vertalen: Junot Díaz, Joshua Ferris, Jonathan Franzen, Kevin Powers, Jonathan Safran Foer en Zadie Smith. Ze staan in mijn kast en ik ben opnieuw blij dat ik ook bij hen de moeite van het Engels heb genomen. Een soortgelijk boek als Indecision van Benjamin Kunkel ben ik compleet vergeten omdat ik het als Besluiteloos las.
Het vertaalprobleem is terug te leiden op een langdurige discussie. Vertaal je de tekst letterlijk of probeer je de intentie van de schrijver over te brengen? Bij de laatste instelling plaatst de vertaler zich tussen de schrijver en de lezer. Hij deelt zijn visie op de originele tekst met de lezer. Abelsen is een aanhanger van deze methodiek. Ik zou meer voor het letterlijk vertalen pleiten. Als ik een ouderwetse schrijver lees wil ik terug naar zijn tijd met de bijbehorende ouderwetse stijl. De meanderende zinnen  van Marcel Proust hoeven van mij niet omgezet te worden naar een eigentijdse beeldschermtaal. Heel jammer dat ik niet weet hoe Proust in het Frans denkt.

rothauthorweb_2610315b

Ik ben dus blij om dicht bij de intentie van Gabriel Roth te lezen. Het is eenzelfde intieme ervaring als toen ik ontslagen werd in Then we came to the end van Joshua Ferris. Of met Kevin Powers in The Yellow Birds getraumatiseerd terugkwam van de Irak oorlog en met Tom Rachman in The Imperfectionists werkte bij een Engelstalige krant in Rome. (Knausgard kan nog wat leren van deze diepzinnige en toch opgeruimde Angelsaksische introspectie.) Zelden heb ik me zo mee laten slepen naar de binnenwereld van een hoofdfiguur. De laatste 10 bladzijden van The Unknowns moet ik vanwege de spanning wegleggen om ze later mijn volledige aandacht te kunnen geven.
The Unkowns is het romandebuut van Gabriel Roth. Ondanks de goede kritieken en ruime aandacht is er op internet weinig over de schrijver te vinden. Zou het zo zijn dat hij zijn zaakjes goed voor elkaar heeft en zijn privéleven afdoende heeft afgeschermd? We zien steeds opnieuw dezelfde 3 foto’s uit dezelfde interviewsessie. Een Engelse Wikipedia pagina is nog niet gemaakt en zijn eigen website geeft geen biografische informatie. Roth moet het in beroemdheid afleggen tegen een Argentijnse football player, een Amerikaanse opnametechnicus en als bekendste naamgenoot de danseres Gabriella Roth. De omslagtekst van zijn boek geeft nog de meeste informatie: geboren en opgegroeid in Londen en leeft nu met zijn familie in Brooklyn New York. Dat familie zal dan wel betekenen dat hij vrouw en kind(eren) heeft. Bij een inleiding van een interview lees ik nog dat hij werkte als journalist en web developer: Mr. Roth’s experience as a reporter and writer for The San Francisco Bay Guardian greatly helps him to capture that boom time and heady place. Vooral die laatste 2 banen waren natuurlijk een perfect uitgangspunt voor zijn verslag van een wizkid uit San Francisco die tijdens de dotcomboom heeft gecashed.
Roth laat zijn hoofdpersonage Eric Muller het verhaal zelf vertellen. Eric heeft 3 jaar met een vriend aan een internetsite gewerkt en die in hun midtwenties voor $18 miljoen verkocht. Het geld maakt Eric onafhankelijk en verplichtingsloos. Hij richt zijn dagen volkomen impulsief in en zijn enige project is het vinden van een vriendin. Eric vertelt zijn verhaal in afwisselende hoofdstukken die handelen in het heden en het verleden. We verkeren letterlijk in zijn hoofd en volgen zijn gedachten, overwegingen en beslissingen. Hij is een gematigde nerd die zijn omgeving en zichzelf nauwkeurig observeert en analyseert. Op highschool hield hij een database van de meisjes bij waarin hij dagelijks al hun informatie verzamelde. Zijn relaas is zo oprecht en ontroerend dat ik een knoop in mijn maag krijg als Eric zijn notitieboek met meisjesinfo verliest en het in verkeerde handen komt. Roth heeft vermoedelijk zelf ook veel nerdkwaliteiten en kan die goed omschrijven. Zijn  observatietalent neemt regelmatig Proustiaanse trekken aan. Bijvoorbeeld zoals Eric de kamer van zijn buurmeisje laat veranderen in een levend wezen:
Because what happens in a girl’s room, anyway? By what alchemy does this space incubate a child’s body and generates breasts and ovaries and beauty? These rooms have a lot of work to do, and that’s why they’re so ornately decorated, as tough with the ingredients of a spell.     (pag. 94)
Scan

Na een eenmalige avontuurtje met Laura leert Eric haar vriendin Maya kennen. Ze lopen bewust niet te hard van stapel en tasten elkaar behoedzaam af. Hun conversatie is geestig en ad rem. Maya is een journaliste en heeft dus geleerd om de juiste vragen te stellen. Eric verloochent zijn nerdschap niet maar blijft wel behoedzaam over wat hij kan vertellen. Het is een prachtig schaakspel van aftastende kennismaking. Het verhaal lijkt dus totaal niet op mijn verwachting waarin de nerd juist geen meisjes kan versieren.
Halverwege lijkt de roman even te ontsporen als Maya ook over haar verleden gaat vertellen. Die herinneringen vallen in dezelfde periode als de herinneringen van Eric. De verhaallijn verliest zijn urgentie en lijkt  meer achteruit dan vooruit te gaan. Het wordt me teveel als blijkt dat Maya na de scheiding van haar ouders door haar vader wordt opgevoed en door hem op 11-jarige leeftijd is betast. Ze lijkt door haar problemen het hoofdpersonage van de roman te worden.
Gelukkig herpakt Roth zich met een bijzondere en nieuwe gedachte. Eric merkt dat hij tijdens de sex  met Maya concurrentie ondervindt van die meer ervaren vader. Hij heeft nog meer problemen met het incestverleden dan Maya. Gelukkig ontwikkelt hun relatie zich en wordt de band hechter en vanzelfsprekender.  Ze ontmoeten de hippietante van Maya en Eric verpest het bijna door daar high te worden.
Hij gaat trots met het verhaal van zijn liefde naar zijn moeder die in een ongezellig en door Eric gekocht huis woont. Zij  plant het idee in ons hoofd dat Maya misschien wel op zijn geld uit is. Eric is echter nog lang niet toe aan de trouwfase. Hij is nog steeds bezig met het incestverhaal en ontdekt het False Memory Syndrome. Is Maya werkelijk slachtoffer van incest of is de incestherinnering het resultaat van haar therapie bij een psycholoog? Eric kan daar natuurlijk niet met Maya over praten en bezoekt heimelijk haar vader. Het blijkt een aardige man te zijn die hem van zijn onschuld overtuigt. Op de avond dat Eric & Maya de liefde aan elkaar verklaren brengt Eric onder invloed van een whisky het onderwerp toch ter sprake. Maya is verbaasd want ze had hem nog zo voor de overtuigingskracht van haar vader gewaarschuwd. Ze blijft bij haar incestverhaal en verlaat hem terstond. Het komt niet meer goed. Eric bezoekt een stripbar, verliest zich in het lezen van comics en computerspelletjes. Om van het gezeur van zijn vader af te komen voldoet hij diens schuld van $200.000,-  en wil hem nooit meer zien. Hij gaat met tegenzin internetdaten en ontmoet na vele mislukte pogingen een nieuwe vriendin. Als zij hem in een bar aan haar vrienden voorstelt loopt hij langs een tafeltje waar Maya zit. Ze praten even en hij realiseert zich dat zij voor altijd zijn grote liefde zal blijven. Jammer voor Eric maar goed voor het boek dat het niet meer goed komt met Maya.

Gabe Roth. Brooklyn, NY.  18 November 2012.(c) Melissa Stewart 2012

Heerlijk veel knappe ontknopingszinnen die voor mij een roman een extra kwaliteit meegeven.

When I hand her the drink a minute later she takes it without even interrupting her conservation to say thank you – a kind of antiflirting and hence a kind of flirting, an effortless triangulation, arousing hope and jealousy in us both. Well played Maya.       13

I’ve never been able to figure out how much girls tell each other. I used to assume that information is a status symbol in GirlWorld, and so anything you tell a girl will be displayed like a piece of jewelry. But I’ve come to think it works like money, something to be judicously invested for maximum returns.       26

I still haven’t found anything that keeps anxiety at bay as reliably as (computer)coding; the possibilities and ramifications branch outward to colonize all of your available brainspace, and the syntax of the language gives direction to your twitches and impulses and keeps them from firing into panic.       42

“What’s that, Dad?” I say, moving the bowmen and the cauldrons of oil into position on the battlements of my heart.       53

She hauled a smile into place as if by powerful hydraulics, but as the corners of her mouth reach the apices of the parabola the whole arrangement collapsed and she began to sob.      76

This information appeared with no special emphasis, like a man who brushes past you in a crowd and slides a knife into your stomach.        78

Male friendship, like a wave, requires a medium to travel in, a project or a context, material on which to display solidarity or insight or wit.         105

Everything in this room is part of a hermetic system, like a dictionary of an unfamiliar language: you can look up a word, but all you’ll find are more words you don’t know.          116

Meanwhile I will never see her mother and thus will be denied a glimpse through the spyhole that parents open into the past and the future, evidence of your childhood and a preview of your inevitable decline.          118

So you’re a computer geek? Actually we prefer the term socially maladjusted technology adept.       155

“I don’t know what you mean”, I say, although I can feel understanding blooming like a rain cloud.       162

Victoria casually takes out her breast and attaches Carlos to it while I stare at te floor.      167    (Carlos is de baby)

For a strait man, lesbianism is like communism: utopian in theory, disappointing in practice.          171

She steps out of her room applying a final coat of lip gloss, and when it’s done she looks at me with a smile that’s somehow both calculated and innocent-it recognizes and enjoys its own devastating effect.               211

And at some point you have to decide, OK, I’m not just on the outside of this trying to figure it out, I’m on the inside now.          214

As I pass through the heavy velour curtain into the club itself the music has the viscosity of an element somewhere between air and water.         218

She has the pragmatic good cheer of a nurse, someone who knows private things about people.         224

Pete is still pale but now towers over me, with big adultsized arms and legs.  As we shake hands, he takes my presence like I’m neither a good thing nor a bad thing but a fact to be aware of.           225

 

De zinnen zijn zo diep en nauwkeurig dat ik zeer benieuwd ben naar het onderwerp van Gabriel Roth’s  tweede roman. Zijn er meer facetten aan zijn persoonlijkheid? Hoop dat mijn zo juist gekochte roman van Adelle Waldman -The Love Affairs of Nathaniel P. mij hetzelfde vuurwerk gaat geven.

 

gleichung-mit-einer-unbekannten9789044623840

Image

Marlene Dumas (1953)

Dumas, Marlene  PHOTO Peter Cox_original

De mooiste vorm van ontknoping is wanneer een bestaande ervaring zich ontvouwt tot een onthulling. De eerder opgedane waarneming kantelt dan naar een inzicht. Alsof je eindelijk over de schutting van een afgesloten terrein kunt kijken.

Marlene Dumas was zo’n bestaande ervaring die altijd wel aardig was maar nooit echt in het hart werd gesloten. Ze is niet te ontlopen, ieder museum heeft wel één werk van haar dat meteen als een Dumas herkend wordt. Soms zijn ze mooi, maar ze kunnen ook  een beetje tegenvallen. Die afwijzing wordt dan echter onmerkbaar bedekt door de mantel van haar bekendheid en haar status als best verdienende vrouwelijke kunstenaar ter wereld. Maar een kunstenaar is niet goed te beoordelen op zo nu en dan een enkel werk. Ik was dus zeer benieuwd of zij de confrontatie van een overzichtsexpositie zou doorstaan.

Het Stedelijk Museum Amsterdam heeft het groots aangepakt en zelfs een deel van de oudbouw opgeofferd voor de expositie Marlene Dumas – The image as burden. Haar eerste grote overzichtstentoonstelling in 20 jaar en toont 200 schilderijen. Curator Leontine Coelewij heeft zich uitgeleefd en overal bruiklenen losgepeuterd. De Volkskrant begint lovend met een 5-sterren bespreking van Rutger Pontzen. Ook Joost Zwagerman is overtuigd van haar kwaliteiten. Tot Sander van Walsum op de opiniepagina weerwoord geeft en zich ergert aan de Dumas hype waarin de kunstelite elkaar napraat in hun euforie. Zijn betoog was overtuigend en ik vroeg me af of Dumas ook niet door mijn mand zou vallen.

Eve later maakt ze als gast bij de College Tour van Twan Huys geen sterke indruk. Ze is een babbeltante die populair uit de hoek wil komen en haar vrouwzijn uitspeelt. Een filmfragment laat zien hoe ze de kunstwerken op de vloer in elkaar flanst. Haar antwoorden op de vragen zijn vaag en ontwijkend en geven mij weinig inzicht in haar kunstenaarschap. Haar grootste statement lijkt wel het een ouderwets feministisch ageren tegen het label van meest verdienende vrouwelijke kunstenaar. Ook uit biografisch oogpunt is er weinig te duiden. Zij is in 1953 geboren in Kaapstad waar ze op de University van Cape Town de studie Fine Arts doorloopt. In 1979 volgt ze een cursus psychologie en vertrekt daarna naar Nederland om te studeren op de Ateliers in Haarlem. Na het voltooien van die studie verhuist ze naar Amsterdam waar ze nog steeds woont. Ze heeft een dochter maar wat er met de vader is gebeurt blijft vaag.

Met gemengde gevoelens fiets ik naar het Stedelijk en kan alleen maar hopen dat ik me zal vermaken. In mijn verwachting vrees ik zalen vol met kleurarme waterverf op papier aan te treffen. Er zijn gelukkig geen rijen en Beatrix Ruf heeft haar belofte nu al doorgeduwd. De controlepoortjes zijn verwijderd en we kunnen heerlijk eenvoudig direct onze Museumjaarkaart in laten scannen. Bij de lockers keert de twijfel toch weer even terug als ik het tentoonstellingsfoldertje lees. Er wordt gesteld dat de kijker zijn eigen bijdrage moet leveren aan de totstandkoming van het kunstwerk. Volgens mij ontstaat een kunstwerk altijd in het hoofd van de beschouwer. Dus waarom moeten we nu extra onze best doen? Maar meteen met haar eerste schilderij begrijp ik dat het goed gaat komen tussen mij en Marlene.

20140914-0002 - Marlene Dumas - 1987 - The Turkish schoolgirls

The Turkish Schoolgirls (1987) hangt als blikvanger beneden in de entreehal van de oudbouw.  Het is een prachtig schilderij: groot (160×200), imposant en ontroerend. De verwachtingsvolle meisjes zijn met heerlijk veel kleur en vertederende humor afgebeeld.

20140914-0002-7 -1991-1992 - Marlene Dumas - Black Drawings

Bij Black Drawings (1991/1992 de Pont Tilburg) vindt de totale ontknoping plaats. Het verzamelkunstwerk hangt in een eigen zaaltje waar van afstand de 112 portretten op het eerste gezicht eenvormig en zwart lijken. Gelukkig loop ik toch nog even dichterbij en pas daar ontdek ik de grote variëteit in uitvoering, karakter en stemming.
Het lijkt wel of Dumas hier al ieder facet van haar kunstenaarschap paraat heeft. Ze heeft de gave om bij ieder portret weer volkomen opnieuw te beginnen en een uniek kunstwerk aan de serie toe te voegen. Een instelling die veel energie kost en volkomen intuïtief lijkt te zijn.

20140914-0002-8 -1991-1992 - Marlene Dumas - Black Drawings

 Black Drawings in detail.

20140914-0002-11 - 2013 - Marlene Dumas - Nuclear Family

De Nuclear Family (2013) heeft eenzelfde ontroerende intimiteit als de Turkish Schoolgirls. Het is opnieuw zo groot (200×180) dat ik me niet kan voorstellen dat dit op de vloer geschilderd is. We krijgen een warm inkijkje in een saamhorig gezinnetje waar de ouders de schaamte voorbij zijn en die houding op de duur wel op hun kinderen zullen overbrengen.

20140914-0002-15 - 1994 - Jesus Serene

Jesus Serene (1994) is opnieuw een verzamelwerk. Het geeft een veelzijdig Jesusbeeld waarin referenties uit de Jesusduiding van de totale kunstgeschiedenis te voorschijn komen. Jammer dat we niet de hele serie van 21 afbeeldingen zien.

20140914-0002-18 - 2011 -  Marlene Dumas - Phil Spector -  To know is to love him

Een broos portret van het labiele muziekgenie Phil Spector (2011 – To know is to love him) die na zijn Wall of Sound de Beatles uit elkaar dreef en in 2003 werd gearresteerd en werd veroordeeld wegens moord. Zo ziet een man er uit die in zijn jeugd alles voor elkaar kreeg en door de tijd werd ingehaald.

20140914-0002-20-2 - 2011 - Marlene Dumas - Phil Spector - Without wig

Opnieuw Phil Spector (2011 – Without wig) maar nu wat psychopatischer. Als inspiratie diende de door de politie genomen mugshots.

20140914-0002-24 - 2006 - Marlene Dumas - The Pilgrim - Osama bin Laden

The Pilgrim (2006 – Osama bin Laden)

20140914-0002-29 - 2006 - Marlene Dumas - Moshekwa

De Afrikaanse kunstenaar Moshekwa (2006) die ook in Amsterdam woont en werkt.

20140914-0002-31 - 1984 - Marlene Dumas - Het kwaad is banaal

Het kwaad is banaal (1984 – van Abbe Museum – zelfportret)
Volgens de Duitse filosofe Hannah Arend is het kwaad banaal. Dumas beeldt dat uit door haar zelfportret boze trekken te geven.

20140914-0002-33 - 1984 - Marlene Dumas - De bediende

Genetiese Heimwee (1984 Van Abbe Museum)
20140914-0002-35 - 1984 - Marlene Dumas - Genetiese Heimwee

De bediende (1984)
Een functionele titel, zou bijna de kaft voor Agaat van Marlene van Niekerk kunnen zijn.

20140914-0002-38-2 - 1984 - Marlene Dumas - My Ouma

My Ouma (1984)

20140914-0002-43 - 2008 - Marlene Dumas - Selfportrait at noon

Selfportrait at noon (2008)

20140914-0002-45 - 2008 - marlene Dumas - For whom the bell tolls

For whom the bell tolls (2008)

20140914-0002-48 - 2008 - Marlene Dumas - Sad Romy

Sad Romy (2008)

20140914-0002-50 - 2008 - Marlene Dumas - Waterproof Mascara

Waterproof Mascara (2008)

20140914-0002-55 - Marlene Dumas - 1994 - Models

Models (1994-van Abbe Museum)
Opnieuw een verzamelproject waarbij de hoeveelheid van 100 vrouwenhoofden mijn kijkvermogen ruimschoots overstijgt. Als je ieder portret een minuut bekijkt zou het met opstart en afbouw 2 uur duren voor je een eerste observatie hebt uitgevoerd. Het zijn portretten van vrouwen uit de kunstgeschiedenis ensociety van verschillende tijden en culturen. Opnieuw is haar inlevingsvermogen onvoorstelbaar groot: ieder persoon straalt een verschillend leven en karakter uit.
Hoe langer je kijkt hoe meer je onder de indruk raakt.

20140914-0002-59-2

Op de site van het van Abbemuseum zijn de afzonderlijke portretten te bekijken:
http://vanabbemuseum.nl/collectie-en-context/details/collectie/?tx_dresolr_pi%5Bsend%5D=repeat&tx_dresolr_pi%5Bfield%5D%5Bsearch%5D=Marlene%20Dumas&tx_dresolr_pi%5BuidField%5D=CCIDENTIFIER&tx_dresolr_pi%5BuidValue%5D=C2230&tx_dresolr_pi%5Bfield%5D%5Bsearch%5D=Marlene%20Dumas

20140914-0002-54 - Marlene Dumas - 1994 - Models

 

Tot slot nog wat bewegend beeld van Marlene Dumas:
http://www.stedelijk.nl/tentoonstellingen/marlene-dumas-the-image-as-burden

Keizer Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519)

Een van de grootste genoegens van een verzamelaar is het ordenen en evalueren van zijn verzameling. Het is een levenslang durend proces van wikken en wegen vol inkijkjes in het verleden en potenties voor de toekomst. Tijdens deze filosofische bezigheden stuit ik op een in 1992 in Oostenrijk gekocht boekje: Das Grabmal Kaiser Maximiliaans I in der Innsbrucker Hofkirche. Het is de periode van de analoge fotografie en zelfs nog van vóór het digitale dagboek dat in de herfst van datzelfde jaar begint. De beelden zijn niet gefotografeerd maar de herinnering aan hun imposante statuur is blijven hangen. Ik was blijkbaar erg onder de indruk anders had ik het boekje niet gekocht. En ook nu nog sta ik versteld van de buitengewone detaillering van de meer dan levensgrote bronzen figuren. Voor de blogbeelden moet internet me dus helpen. Ik vind er matige en incomplete foto’s die door bewerking acceptabel worden. Maar zo mooi als de illustraties uit mijn boekje zijn ze niet geworden.

Maximiliaan I door Rubens

Maximiliaan I door Rubens

Maximiliaan I (1459-1519) was de enige overgebleven zoon van Keizer Frederik III van Habsburg. Hij trouwt met Maria van Bourgondië en wordt na haar dood in 1482 regent voor hun zoon Filips de Schone. Hij trouwde opnieuw met Bianca Maria Sforza maar kreeg geen kinderen meer. In 1486 werd hij Rooms Koning en in 1508 kroont paus Julius II hem tot keizer van het Heilig Roomse Rijk.

Zoon Filips werd in 1494 meerderjarig en kreeg het bewindschap over de Nederlanden en Bourgondië. Hij trouwde met Johanna de Waanzinnige van Castillië en kreeg 6 kinderen waaronder Karel, Ferdinand en Maria. (De jongens werden keizer en de meisjes koningin.)  Toen Filips onverwacht in 1506 overleed werd Maximiliaan tot 1515 voogd over zijn kleinzoon Karel. Hij liet deze plicht over aan zijn dochter Margaretha van Oostenrijk die de eerste landvoogdes van de Nederlanden werd. (Dr. Jane de Jongh heeft het prachtig beschreven in haar 3-delige serie over de regentessen van de Nederlanden: de Hertogin, de Koningin en Madama). Amsterdams heeft in die tijd de Keizersgracht vernoemd naar Maximiliaan en als gift de kroon op de Westertoren van hem ontvangen.

Maximiliaan bestuurde zijn rijk als feodaal keizer zonder residentie. Hij reisde continu van de ene leenheer naar de andere. Door uithuwelijking van zijn kinderen en kleinkinderen heeft hij het Habsburgse rijk fenomenaal uitgebreid. Dankzij zijn huwelijk met Maria kreeg hij Bourgondië en de Nederlanden erbij. Zijn zoon Philips de Schone trouwde met Johanna de Waanzinnige  en werd de potentiële koning van Spanje. De kinderen van Filips werden ook goed uitgehuwelijkt. Ferdinand werd voor zijn keizerschap koning van Bohemen en Maria koningin van Hongarije. Maximiliaan was de voorlaatste Habsburgse heerser die het volledige rijk beheerste: Oostenrijk, Hongarije, Bohemen, de Nederlanden, Bourgondië en Spanje. Bij zijn overlijden werd kleinzoon Karel V keizer. Na diens dood viel het rijk in 1555 uiteen in een westrijk van zijn zoon Philips II en een oostrijk onder zijn broer Ferdinand die de volgende keizer werd.

Hofkirche

Maximiliaan heeft de werkzaamheden voor zijn grafmonument op tijd in werking gezet. Al op 43 jarige leeftijd geeft hij in 1502 aan Gilg Sesselschreber uit München de opdracht voor een grafmonument in Innsbruck. Hij verhuist in 1509 zelfs naar Innsbruck en laat het eerste beeld in de werkplaats van Peter Löffler gieten.  In 1510 krijgt Sesselschreber zijn eigen gieterij maar hij vordert te traag. De productie komt pas in 1513 op gang na een standje van Maximiliaan. De keizer laat ondertussen voor de zekerheid in Nürnberg bij de werkplaats van Peter Vischer ook beelden gieten. Hij overweegt ze zelfs uit de Nederlanden te laten komen. In 1518 krijgt Stephan Godl de opdracht om het gieten van Sesselschreber over te nemen.

Als Maximiliaan in 1519 sterft blijkt uit zijn testament dat hij wil worden begraven in de St. George Kapel in zijn geboorteplaats Wiener Neustadt. Aangezien daar maar weinig plaats is wordt het aantal grote beelden beperkt tot 28. Door het overlijden van de opdrachtgever vertraagt ook de geldstroom. De resterende 17 beelden worden naar ontwerp van Jörg Kölderer en Hans Polhaimer tussen 1519 en 1534 door Stephan Godl gegoten. Karel V mocht zijn opa blijkbaar niet zo erg want pas als zijn broer Ferdinand I hem als keizer opvolgt begint men met de daadwerkelijke uitvoering van het monument. In de speciaal gebouwde Hofkerk kiest men echter wel voor een beperkte uitvoering. Het oorspronkelijke ontwerp omvatte ook nog 100 kleinere heiligenbeelden en 34 busten van Romeinse keizers. Ruim 60 jaar na de dood van Maximiliaan is men in 1583 uiteindelijk klaar met het grafmonument. Maximiliaan zag de bui blijkbaar al hangen toen hij koos voor een begrafenis in Wiener Neustadt.

De 28 daadwerkelijk geplaatste beelden zijn meer dan levensgroot. De hoogte varieert tussen de 220 en 230 cm. Ze zijn gemaakt van brons en het plan om ze te vergulden werd in 1516 afgewezen. Ze zijn niet meer compleet want kleine attributen als scepters, kronen en sieraden zijn soms verdwenen. We zien belangwekkende personages uit de familie Habsburg, de kerk en de geschiedenis. Het waren de toenmalige groten der aarde die zich niet bescheiden op de achtergrond konden houden. Vooral de diversiteit van uitrusting en lichaamstaal is opvallend. Heel jammer dat we er nu niet even virtueel omheen kunnen lopen. De achterzijden uit mijn boekje zijn net zo indrukwekkend. En wat hebben we een geluk dat ze voor geen enkele oorlog omgegoten zijn tot wapentuig.

1 Maximilian - Innsbruck - Koning Ferdinand van Aragon

Koning Ferdinand van Aragon (schoonvader van de zoon Philips de Schone)

2 Maximilian - Innsbruck Koningin Johanna van Spanje

Johanna de Waanzinnige van Spanje  (schoondochter)

3 - Maximilian - Innsbruck - Hertog Philips de Goede van Bourgondië

Hertog Philips de Goede van Bourgondië (Grootvader van zijn vrouw Maria)

4 - Maximilian - Innsbruck - Hertog Karel de Stoute van Bourgondië

Hertog Karel de Stoute van Bourgondië – (vader 1ste vrouw Maria)

5 Maximilian - Innsbruck Aartshertogin Margarete van Oostenrijk

Aartshertogin Margaretha van Oostenrijk – (dochter)

6 Maximilian - Innsbruck - Keizerin Bianca Maria

Keizerin Bianca Maria Sforza (2de echtgenote)

7 Maximilian - Innsbruck Aartshertog Sigismund der Münzreiche

Aartshertog Sigismund der Münzreiche

8 Maximilian - Innsbruck Koning Artus

Koning Arthur van Engeland (en van de Ronde Tafel)

9 Maximilian - Innsbruck Koning Ferdinand van Portugal

Koning Ferdinand van Portugal

10 - Maximilian - Innsbruck Hertog Ernst de Eiserne van Oostenrijke en Tirol

Hertog Ernst de Eiserne van Oostenrijke en Tirol

11 Maximilian - Innsbruck Koning Theoderich

Koning Theoderik van de Oostgoten

12 Maximilian - Innsbruck Hertog Albrecht II de Wijze van Oostenrijk

Hertog Albrecht II de Wijze van Oostenrijk

12 Maximilian - Innsbruck Hertogin Kunigunde van Beieren

Hertogin Kunigunde van Beieren (zuster)

13 Maximilian - Innsbruck Koning Rudolf van Habsburg

Koning Rudolf van Habsburg

14 MaximiIian Innsbruck Koning Philip de Schone

Philip de Schone (zoon)

14 Maximilian - Innsbruck Koningin Elisabeth van Hongarije

Koningin Elisabeth van Hongarije

15 Maximilian -Innsbruck Koning Chlodwig van Frankrijk

Koning Chlodwig van Frankrijk

16 Maximilian - Innsbruck Koning Albrecht II van Oostenrijk

Koning Albrecht II van Oostenrijk

17 Maximilian - Innsbruck Keizer Frederik III

Keizer Frederik III (de vader)

18 Maximilan - Innsbruck Markgraaf Leopold III de Heilige van Oostenrijk

Markgraaf Leopold III de Heilige van Oostenrijk

18 Maximilian - Innsbruck Maria van Bourgondië

Maria van Bourgondië (1ste echtgenote)

19 - Maximilian - Innsbruck Albrecht van Habsburg

Albrecht van Habsburg

19 Maximilian - Innsbruck Hertog Leopold III de Vrome van Oostenrijk

Hertog Leopold III de Vrome van Oostenrijk

20 - Maximilian - Innsbruck Koning Albrecht I van Oostenrijk

Koning Albrecht I van Oostenrijk

20 Maximilian Innsbruck Elisabeth von Görz-Tirol

Elisabeth von Görz-Tirol

21 - Maximilian - Innsbruck Koning Godfried van Bouillon

Koning Godfried van Bouillon (kruisvader en koning van Jeruzalem)

 

26 Maximilian - Innsbruck Zimburgis von Masovien

Zimburgis von Masovien (oma)

27 Maximilian - Innsbruck Hertog Friedrich mit der leeren Tasche

Hertog Friedrich mit der leeren Tasche

Blues Pills – Blues Pills – 2014

Blues Pills2014b

 

Gelukkig kan nieuwe muziek zonder te vernieuwen toch origineel zijn. Het liefst beluister ik een genre met de originele en eerste vertolkers.  Maar er zijn natuurlijk geen regels en ieder nieuw bandje kan de uitzondering zijn.  Je leest erover in de krant en luistert een eerste keer op de fiets. Je hebt er totaal geen beeld bij en bent benieuwd hoe de zangeres er uit zal zien. Dat uiterlijk valt bij Blues Pills een beetje tegen. De haren van de heren en de jurken van de dame passen niet bij het geluid. Je ziet Europese gothic terwijl je Amerikaanse stonerrock hoort. Daarbij lachen ze zo vriendelijk dat ze zomaar van een evangelische landdag komen. Dit zijn zeker geen Noorse blackmetal duivelaanbidders of duistere deathmetal grunters. Ze lijken meer uit het kamp van onze Within Temptation met hun symphonic metal. Maar als je de haarlengte halveert kunnen ze ook uitgroeien tot een nieuwe Fleetwood Mac (van Peter Green), Cream of Jimi Hendrix. Dat uiterlijk bedriegt want hun muziek bevindt zich op het overgangsgebied van bluesrock naar heavy metal. Dus ergens halverwege Led Zeppelin en Metallica. Vooral de gitaarsolo’s lijken zo afkomstig van de gitaargoden (Clapton, Page, Gallagher en Hendrix) van weleer. Ze overstijgen de genres en spreken een breed publiek aan.

De wereld oriënteert zich steeds meer internationaal en Blues Pills is een goed voorbeeld. De halfbroers Zack Anderson (bas) en Cory Berry (drums) komen uit Iowa, USA. Ze ontmoeten in 2011  de Zweedse zangeres Elin Larsson in Californië. Dankzij een demo op Youtube krijgen ze bekendheid. Na een platencontract touren ze door Spanje en vestigen zich vervolgens in Örebro, Zweden. Op een volgende tour door Frankrijk ontmoeten ze in 2012 de 16-jarige Franse gitarist Dorian Sorriaux. Ook hij verhuist naar Zweden en ze noemen hun band Blues Pills naar de gelijknamige muziekblog die gewijd is aan de underground muziek van de jaren 60/70. Zeer onlangs, dus na de cd, maakt drummer Cory Berry plaats voor André Kvarnström.

bluespills-wallpaper01

Een van de redenen tot aankoop van de cd was de uitgave in digipack. Voor een luttele €2,- extra krijg je naast de cd een dvd met beelden van de band in concert. Meestal bekijk je zo’n optreden maar eenmaal. Storend is de lange jurk die Elin draagt. Je denkt in opnieuw aan de gothic fairytale meisjes. Voortschrijdend inzicht maakt het veel meer een flower power hippie jurk uit de jaren 60.

1968 Clapton-Gibson SG Marijke

Claptons Gibson SG uit 1968

Een onverwacht genoegen is het kenmerkende artwork op het hoesje door Marijke Koger-Dunham.  Zij blijkt een Amsterdamse kunstenares die haar leeftijd ouderwets goed heeft afgeschermd. Ze werd begin jaren zestig in Amsterdam beroemd met haar naakte bodyart. Vervolgens verhuist ze naar Londen. Ze versiert de Gibson SG van Eric Clapton, en John Lennons piano en beschildert de muren in het huis van George Harrison .
Zo rond 1970 vertrekt ze definitief naar Amerika. Het is moeilijk voor te stellen dat ze nog steeds actief is en open staat voor een nieuwe band als Blues Pills.  Heel knap van hen om op zo’n originele manier hun muzikale wortels bloot te leggen. Elin Larrson  met flowerpowerjurk wordt nu een reïncarnatie van Grace Slick (Jefferson Airplane) of Janis Joplin.

Maar ook de cd wordt nu veel meer beluisteren met jaren 60 oren beluistert. Op mijn leeftijd is waarnemen zonder vooroordeel bijna onmogelijk. Altijd zoekt de muziek het kader van referenties waarin het geplaatst kan worden.

De band staat onder contract bij Nuclear Blast,  het grootste onafhankelijke metal label ter wereld.  De producer is de Zweed Don Alsterberg.  Hij blijkt ook met Graveyard te werken.  Opnieuw bemerk ik een vooroordeel dat onuitroeibaar is. De zware gitaarmuziek die ik veronderstelde in de swamps van Louisiana of  de desert van Californië blijkt gewoon uit het koele en opgeruimde Zweden te komen. Ik weet dat je muziek als muziek moet beoordelen maar kan het blijkbaar gewoon niet laten. Net zoals Cuby van the Blizzards. Hoe doorleefd hij zijn blues ook zingt vanwege zijn Drentse achtergrond  zal hij het nooit halen bij Muddy Waters waar je de Mississippi delta en Chicago door heen hoort.

Blues Pills

Zangeres Elin Larsson geeft de bluesrock met haar zang een stevige lading. Ze heeft geen grote stem maar kan heel goed zingen. Net als Beyonce  kan ze prachtig tegen haar vocale grenzen aanzingen. Haar teksten winnen daardoor aan inhoud en persoonlijkheid en zelfs de clichés gaan er werkelijk toe doen. Ze schrijft ze zelf en houdt zich ver van de occulte teksten van haar Scandinavische tijdgenoten. Het is stevige blues-taal vol pijn en teleurstelling. Ze zouden net zo goed door een man geschreven kunnen zijn.

Oh, devil man, Oh, devil man
You’ve got money in your pocket, you’ve got blackness in your soul
Oh, devil man, Oh, devil man
You think you’ve got the answer,  But you would never know
Oh, devil man, Oh, devil man
You take diamonds you’ve been given,  And you turn them into coal
Oh, devil man, Oh, devil man
You ain’t got no reason , and your heart’s a dirty hole
Oh devil man, Oh, devil man,
Your feeble mind is wicked, You’re never gonna learn
Oh, devil man, Oh, devil man,
To late to be forgiven, You’ve got what you deserved
Oh, devil man, Oh, devil man,
There’s evil, evil inside of you growing, Evil, evil inside of you showing, Evil, evil inside of you glowing
Evil, you’re such a devil man
Oh, devil man, Oh, devil man,
To late to be forgiven, Your soul is gonna burn,
Oh, devil man, Oh, devil man,

Je vraagt je wel af wat Elin Larsson allemaal heeft meegemaakt.

If i could do it i would not change myself
there’s no easy way, got nothing left to say
when there is no relief, no hope for me, no signs
your words keep breaking me, they’re only hurtful lies

Black Smoke
Gallons of water was flowing And people were floating up to the air
Death came up with his black robe on And took all the sinners to hell

Is there nothing left to see? Have we ever been? Is this a dream? Or a haunting in my sleep?

Sixteen demons Haunt me in my sleep
Never leave me  A moment of peace
Sixteen reasons I never know who I am
I just keep wondering And drifting alone

All of the forests were burning And black smoke was rising up through the air
God came down with his white beard long And damned all the sinners who dared

A thousand thoughts Going through my mind
Dreams I once had I left behind 
I’ve got an angel Knocking at my door
Accept and let go I wave goodbye to my soul

 

Blues_Pills_-_Dorian_Sorriaux_-_2014_-_02

Minstens zo belangrijk voor Blues Pills is gitarist Dorian Sorriaux. Toen hij op zijn 5de ZZ Top hoorde spelen was zijn voorkeur duidelijk. Met 9 begon hij als alle Europese jongeren met de klassieke gitaar. Leuk om te vernemen dat vervolgens zijn inspiraties daadwerkelijk  Rory Gallagher, Paul Kossof (Free) en Peter Green waren. Met 14 kwamen de bandjes en hij speelde met 16 in het voorprogramma van de Blues Pills leden. Hij probeert nog steeds naast de muziek  met zelfstudie zijn school af te maken. Je ziet hem bij ieder optreden met een andere gitaar maar de jaren 60 Gibson SG is favoriet. Uit de gitaardemo  blijkt zijn virtuositeit en spelplezier. Achteloos speelt hij in 2:30 minuut meer noten dan ik in een uur. Maar ook als ritme gitarist kan hij op de achtergrond prachtig sputteren, stotteren, smachten en zingen. Het is volstrekt onvoorspelbaar tot welke hoogten dit wonderkind zal reiken.

 

Blues Pills

Marcel Proust 2 – In de schaduw van de bloeiende meisjes – 1918

prou_2

Bij Marcel Proust (1871-1922) zit het avontuur eerder in de zinnen dan in het verhaal. Meestal beginnen ze zomaar ergens en heb je geen flauw idee waar ze gaan eindigen. Iedere potentiële verhaalontwikkeling wordt onverwacht afgebroken of maakt een doorstart naar een volgende handeling. Het maakt dan ook niet uit waar je in zijn boeken begint. Het verhaal is de kapstok voor de observaties. Maar toch valt er ondanks al de schoonheid bij iedere leesbeurt van het boek een drempeltje te nemen. Gelukkig verdwijnt alle vrees meteen als de sprankelende geest van de verteller zich openbaart en zich over je ontfermt. Ik neem me voor om ieder jaar een oorspronkelijk boek van de cyclus te herlezen. Alleen door de verplichting om mijn mooiste literaire ervaring ooit te herijken komt het er ook werkelijk van. Een hogere drempel volgt daarop als de leeservaring wordt omgezet in een blog. De vele ontknopingszinnen die ik op mijn bladwijzer noteer lijken een onoverkomelijk obstakel. Maar ook die zorg wordt een genoegen als je de onnavolgbare zinnen regel na regel overtypt. Ze zijn een noodzaak in mijn blog omdat voor mij die observaties de essentie van Marcel Proust zijn. Vooral in de eindeloze en kronkelende zinnen toont hij ware en onderscheidende  grootheid.

In de schaduw van de bloeiende meisjes is boek 2 van de cyclus Op zoek naar de Verloren tijd. Het is de mooiste boektitel die ik ooit ben tegengekomen. (in competitie met “De ondraaglijke lichtheid van het bestaan” en “A heartbreaking work of staggering genius”)  In het Frans gaat hij zeker winnen: A l’ombre des jeunes filles en fleurs. De roman is in Frankrijk  in 1918 als één boek met twee hoofdstukken uitgegeven. De Bezige Bij heeft het echter in drie delen vertaald.  In 1971 werd hoofdstuk 1 als deel 1 vertaald door C.N. Lijsen. Pas 5 jaar later kwam in 1976 deel 2 dat het grootste deel van hoofdstuk 2 omvat. Deel 3 bevat de rest van hoofdstuk 2. Zijn vertaalwerk is toen overgenomen door Thérèse Cornips die na 2  jaar hoofdstuk 2 afmaakte in deel 3. Het is dus niet zo vreemd dat Proust een schrijver is voor trage lezers. De Bezige Bij heeft ze zelf gecreëerd door 7 jaar over de uitgave te doen van totaal 550 pagina’s van de Bloeiende Meisjes. Toen Cornips met de cyclus klaar was heeft zij in 2009 de eerste delen opnieuw vertaald zodat nu de hele Verloren tijd van haar is.

Een van de weinige voordelen van het opknippen van de originele delen zijn de handzame paperbacks met unieke kaftafbeeldingen van Wout Muller (1946-2000). Door zijn prachtige illustraties is het een van de weinige keren dat een paperback beter leest dan de gebonden uitgave. Voor de lezers van het eerste uur was er echter nooit een keuze. De gebonden uitgaven van de originele delen kwamen pas na voltooiing van de gehele cyclus. De paperbacks en de gebonden delen zijn jammer genoeg alleen nog maar tweedehands leverbaar.

Scan.BMP

 

Deel 1 – Hoofdstuk 1 – Rondom mevrouw Swann

Het hoofdpersonage Marcel is 14/15 jaar en heeft een zwak gestel. Hij woont bij zijn ouders in Parijs en de diplomaat markies de Norpois komt bij de familie eten. Hij is terloops van mening dat het societyfiguur Charles Swann (zie boek 1- Een liefde van Swann) zijn milieu heeft aangepast aan dat van zijn vrouw Odette. Zij was zijn maîtresse en heeft hem met haar dochter Gilberte  tot een huwelijk gechanteerd. Norpois is erg onder de indruk van de grote actrice Berma. Marcel bezoekt haar maar is hevig teleurgesteld omdat zijn fantasie niet overeenkomt met haar ingetogen acteerprestaties. Het is een terugkerend thema dat Marcels denkwereld mooier is dan de werkelijkheid.

Gilberte Swann is het meisje dat Marcel in Combray in de tuin voor haar huis zag. Hij wordt op slag van afstand verliefd. Hij bezoekt de familie Swann en wordt speelkameraadje van Gilberte. Ze gaan naar de Champs Elysées waar Marcel de kans krijgt om met haar moeder Odette te pronken. Hij wordt opgenomen in haar salon en betreedt zo zijn eerste society kring. Tijdens een lunch ontmoet hij daar de door hem als genie bewonderde  schrijver Bergotte  en opnieuw ondergaat hij de teleurstelling die op een hooggestemde verwachting volgt (136).

Nu zijn vriendschap met Gilberte zeker is verliest hij zijn interesse in haar. Gilberte wordt wispelturig  en ze gaan elkaar ontlopen. Door een klein voorval wil hij zijn trots te bewaren en gaat haar ontlopen. Hij hoopt dat hij daardoor de liefde voor hem weer kan aanwakkeren. Hij blijft wel de salon van Odette bezoeken en ontmoet daar Mevrouw Verdurin die als een salon in haar stoel zit:

In ieder geval waren de vriendinnen van mevrouw Swann erg onder indruk wanneer ze bij haar een vrouw (= Verdurin) aantroffen die ze zich gewoonlijk alleen in haar eigen salon konden voorstellen, omringd door een onafscheidelijke kring van trouwe gasten, een kleine groep, die men nu vol verbazing voor zijn geestesoog zag samengevat, in een enkele fauteuil, in de gedaante van de meesteres, nu zelf bezoekster geworden, warm ingestopt in een met elegant zwanendons afgezette mantel, even donzig als de witte bekleding van de salon, in het midden waarvan mevrouw Verdurin zelf een salon was.    194

Botticelli was de inspiratie voor Odette Swann

Botticelli was de inspiratie voor Odette Swann

Marcel bezoekt met zijn vriend Albert Bloch een bordeel waar zijn oog valt op Rachel (die in boek 3 de latere maîtresse van Saint Loup wordt). Als hij Gilberte met een andere man ziet lopen slijt zijn liefde en ontmoet hij op afstand Albertine Simonet (190). Hoofdstuk 1 eindigt met een prachtig beeld van Odette met haar parasol in het park :

Glimlachend en blij met het mooie weer, met de zon die nog niet hinderlijk was, de zekerheid en de rust tentoonspreidend van de schepper, die zijn werk voltooid heeft en zich om de rest geen zorgen meer maakt, in de zekerheid dat haar toilet – mocht de gewone man het ook niet appreciëren – het elegantste van allemaal was, en zij droeg het voor zichzelf en voor haar vrienden, natuurlijk, zonder er overdreven aandacht aan te besteden, maar ook zonder er helemaal ongeïnteresseerd in te zijn; zij liet de strikjes op haar blouse en haar rok lichtjes voor zich uit wapperen als schepsels wier aanwezigheid zij wel waarnam maar die zij in alle toegeeflijkheid toestond zich volgens hun eigen ritme aan hun spel over te geven mits zij haar tempo maar volgden, en af en toe liet zij haar blik als op een boeket viooltjes van Parma, op de mauvekleurige parasol vallen die vaak nog dicht was als zij er aan kwam, haar blik die zo lief en zacht was dat hij, zelfs als hij zich niet op haar vrienden, maar op een levenloos voorwerp richtte, nog scheen te glimlachen, zo schiep zij, of liever nam zij in beslag met haar toilet, een ruimte van elegantie om zich heen, een afstand die de mannen, waarmee mevrouw Swann heel kameraadschappelijk omging, respecteerden ……………………….  etc etc 232/233

Maar eigenlijk is het gehele boek een romanlange ontknopingszin. Je weet niet waar te beginnen en hoe te eindigen.

Want modes veranderen vooral omdat ze zelf uit de behoefte aan verandering zijn voorgekomen.       9

Maar de volmaakte wijze waarop meneer de Norpois zijn gezichtspieren in bedwang wist te houden, veroorloofde hem te luisteren zonder de indruk te wekken dat hij iets hoorde.        33   de optimale diplomaat.

En zij liet ons de eetkamer binnengaan die er even somber uitzag als het interieur van een door Rembrandt geschilderde Aziatische tempel en waar een architectonisch opgebouwde taart, even goedmoedig en vertrouwd als indrukwekkend, volkomen toevallig op de tafel scheen te tronen als op iedere andere willekeurige dag voor het geval Gilberte plotseling zin zou krijgen de chocolade kantelen er af te breken en de wallen met de steile lichtrode kanten neer te halen, die evenals de bastions van het paleis van koning Darius in de oven gebakken waren. Beter nog, om tot de vernietiging van dit Ninivése gebak over te gaan, raadpleegde Gilberte niet alleen haar eigen eetlust; zij informeerde ook naar die van mij, terwijl zij voor mij uit het instortende bouwwerk een geheel geglazuurde en naar oosterse smaak met scharlakenrode vruchten ingelegd paneel trok.          90 

Ik verwonderde me over de onmacht van de geest, van de overredingskracht en het hart, om de geringste verandering in een situatie teweeg te brengen of om ook maar een enkele van de moeilijkheden op te lossen die het leven zelf even later, zonder men precies weet hoe, spelenderwijs uit de weg ruimt.           93

O, dat weet ik allemaal niet hoor; is dat hoog, directeur van het kabinet? antwoordde Gilberte die nooit een gelegenheid voorbij liet gaan om haar onverschilligheid te demonstreren voor alles wat de ijdelheid van haar ouders voedsel gaf (zij kon overigens ook denken dat zo’n pracht relatie alleen maar nog meer aanzien kon krijgen, wanneer zij er zo weinig waarde aan scheen te hechten).        95/96

Maar de grote meesterwerken (=van de kunst) zijn minder misleidend dan het leven, omdat zij ons niet meteen in het begin het beste geven wat ze te bieden hebben.           116

Gilberte Swann

Gilberte Swann

Ik zei tegen mezelf met het gezonde verstand van de domme: ……    160

……..- doordat ze mij een staalkaart van alle mogelijkheden tot geluk voorlegden en het mij mogelijk maakten aan de schoonheid van de vrouwen dat element toe te voegen dat wij niet bedenken kunnen en dat meer is dan de samenvatting van alle vroegere schoonheden, een waarlijk hemels geschenk, het enige dat wij niet van onszelf kunnen ontvangen en waartegenover alle logische constructies van ons verstand in het niet verdwijnen en dat wij alleen  van de realiteit kunnen verwachten: de individuele charme – ……………….     166

Als ik minder vastbesloten was geweest om aan het werk te gaan, zou ik misschien een poging hebben ondernomen om dadelijk te beginnen. Maar omdat mijn besluit vaststond en binnen vierentwintig uur, in de lege omlijsting van de volgende dag waar ik alles zo goed kwijt kon omdat het nog niet zover was, mijn goede voornemens zich makkelijk zouden realiseren, was het beter om niet een avond waarop ik minder goed in de stemming was voor een begin uit te kiezen waarvoor de volgende dagen zich, helaas! ook niet veel gunstiger zouden tonen.       170

Wat zo gelukkig maakt is de aanwezigheid van een element van onzekerheid in het hart, een element dat men voortdurend in evenwicht tracht te houden en dat men nauwelijks nog waarneemt, zolang het zich maar niet verplaatst.         172

Wanneer men liefheeft is de liefde te groot om helemaal door ons te kunnen worden opgenomen; zij straalt uit naar de geliefde persoon, stuit bij haar op een oppervlak waar zij niet verder kan, zodat zij gedwongen is naar haar uitgangspunt terug te keren en in deze terugkaatsing van onze eigen tedere gevoelens denken wij dan de gevoelens van de ander te herkennen, en deze beweging bekoort ons meer op de terug- dan op de heenweg omdat wij nu niet meer weten dat zij van ons zelf komt.         202

De tijd waarover wij elke dag beschikken is elastisch; de hartstochten die ons beheersen doen hem uitdijen, maar degenen die wij anderen inboezemen laten hem inkrimpen, en de gewoonte vult hem geheel op.           205

Mijn woorden zouden Gilberte slechts in scheef getrokken vorm hebben bereikt, alsof ze door het bewegende gordijn van een waterval heen moesten om bij mijn vriendin te komen, onherkenbaar, met een vreemde klank en van elke betekenis ontdaan. De waarheid, die men in woorden legt, baant zich niet rechtstreeks een weg en is niet voorzien van een onaanvechtbare duidelijkheid. Er is enige tijd voor nodig voordat een waarheid van dezelfde orde zich in anderen kan vormen.     206

 

 

Scan-002.BMP

 

Deel 2 – Hoofdstuk 2 – Plaatsnamen: de plaats. 
Proust had dit hoofdstuk beter In de schaduw van Oma kunnen noemen. De 17/18 jarige Marcel vertrekt 2 jaar na deel 1 met zijn Oma voor een zomervakantie naar Balbec (=Cabourg) in Normandië. Het zeeleven wordt voor zijn gezondheid aangeraden. Na een lange treinreis nemen ze hun intrek in het Grand-Hôtel waar hij overdag regelmatig het bed moet houden. Zoals altijd heeft de overgevoelige Marcel moeite om te wennen aan zijn vreemde kamer. Vanuit het raam wordt hij betoverd door de steeds veranderende zeebeelden waarin hij stemmige waterschilderijen van Whistler ziet. We krijgen een gedetailleerd beeld van het aristocratische vakantieleven aan het eind van de 19de eeuw. Men neemt de eigen bedienden mee en sommigen laten zelfs hun gordijnen in het hotel ophangen.

Cabourg.98

Grand-Hôtel in Cabourg

Marcel stijgt in het aanzien door zijn omgang met de markiezin de Villeparisis.  Zij is een Guermantes en was een schoolvriendin van zijn oma. Tijdens de tochtjes met haar het rijtuig langs de kerken van de streek wordt de romantische Marcel verliefd op ieder boerenmeisje waar zijn oog op valt. Ook op Mlle de Stermaria die met haar vader in het Grand-Hôtel logeert. De liefde blijft denkbeeldig omdat het niet lukt contact met haar maken.

De neef van de Markiezin komt langs en Robert de Saint-Loup-en Bray is in eerste instantie zeer gereserveerd en aristocratisch. Die hautaine houding blijkt aangeleerd want in werkelijkheid is hij socialist en liefhebber van moderne kunst. Zijn oom Baron Charlus is nog arroganter want hij kijkt niemand tijdens het gesprek aan. Beide personages behoren tot de Guermantes familie en zullen uitgroeien tot hoofdfiguren van de Verloren Tijd.
Marcel wordt voor het diner uitgenodigd door Robert Bloch en maakt door zijn vriendelijke vader Salomon Bloch kennis met de Joodse cultuur.
Tijdens een wandelingetje ziet hij voor het eerst de groep van 6 vriendinnen baldadig over het strand rennen:

Tussen al deze mensen liepen de meisjes die ik had zien aankomen, met de beheersing van gebaren die door een volkomen soepelheid van het eigen lichaam en een oprechte minachting jegens de mensheid wordt verkregen, zonder enig aarzelen of stijfheid rechtdoor, precies de bewegingen makend die ze wilden maken, waarbij al hun ledematen volkomen onafhankelijk van elkaar waren en met die onbeweeglijkheid van de grootste lichaamspartij die zo karakteristiek is voor goede danseressen.
Etc, etc etc. Van pagina 168 tot 178 worden de beelden, gedachten en dromen van Marcel breed uitgemeten.  Slechts één naam kan hij opvangen, die van Albertine Simonet.

Ons Nederlandse deel 2 eindigt met een diner in Rivebelle met oma en Saint Loup waarbij Marcel dronken wordt:

Hoe zou ik aan een de gemeenschappelijke afkomst van 2 namen kunnen geloven, waarvan de ene door de lage onbetamelijke deur van de ervaring en de andere door de gouden poort van de verbeelding tot mij gekomen was.        68

Inderdaad was zij (=mevr. de Villeparisis) op zulke momenten niet helemaal natuurlijk, zij was zich bewust van haar opvoeding, de aristocratische manieren waarmee een grote dame burgerlijke mensen moet tonen dat zij heel aardig in hun gezelschap is en dat zij volstrekt niet op hen neerkijkt.       96   

Zijn woorden (=van Saint Loup) wekten een zekere treurigheid in me op, en ik was in verlegenheid hoe ik ze beantwoorden moest, want noch het samenzijn met hem noch onze gesprekken – en waarschijnlijk zou het met ieder ander net zo zijn geweest – bezorgden mij ook maar iets van het geluk dat ik wel ondervond wanneer ik zonder metgezel was.          110

……; ik zei bij mezelf dat ik een goede vriend had, dat een goede vriend een zeldzaamheid was, maar ik voelde in mij, door moeilijk te verwerven weldaden omgeven, juist het tegendeel van het geluk dat bij mijn wezen paste, het geluk om uit mijzelf iets naar boven en naar het licht te halen, wat in het halfdonker verborgen had gelegen.        110

…… die angst om te gedienstig te lijken die hem (=Saint Loup) inderdaad volkomen onbekend was, en die bij gewone mensen de meest oprechte vriendelijkheid door een plompe onbeholpenheid lelijk maakt.     111

Grand-hotel_Cabourg-terrasse_fete-enfants

Het terras van het Grand Hôtel van Cabourg

Het is bij de mensen zo dat het veel voorkomen van bij allen gelijke deugden niet merkwaardiger is dan de veelsoortigheid van de fouten bij elk individu afzonderlijk. Het gezonde verstand is zeker niet de ‘meest verbreide zaak ter wereld’, dat is de goedheid. In de meest afgelegen, meest verscholen hoekjes ziet men haar met verbazing vanzelf opbloeien zoals in een ver verwijderd dal een klaproos die er precies hetzelfde uitziet als alle andere die hij nooit gezien heeft, daar hij niets anders kent dan de wind die nu en dan zijn eenzame rode kapje doet beven.  Zelfs als deze goedheid , door eigenbelang lamgelegd, niet in de praktijk wordt gebracht, bestaat zij toch, en telkens, als er geen egoïstische beweegreden in de weg staat, bij voorbeeld bij het lezen van een roman of een krant, ontluikt zij, en wendt zij zich, zelfs in het hart van diegene die, in het werkelijke leven een moordenaar, in zijn hoedanigheid als lezer van feuilletonromans teergevoelig is, naar de zwakken, rechtvaardigen en vervolgden toe.        115

Maar dit gezicht waaraan een dun laagje poeder iets toneelachtigs gaf, bleek niet zo hermetisch gesloten als meneer de Charlus graag gewild had,  want zijn ogen waren als een spleet in een muur, schietgaten, het enige wat hij niet had kunnen dichtmetselen en waardoor men, al naar gelang de plaats waar men ten opzichte van hem stond, plotseling in het stralingsveld van een of ander in het inwendige verborgen mechanisme geraakte dat niet pluis scheen, …… 137

“Maar het komt er in het leven niet op aan wát men liefheeft”, verklaarde hij (=baron de Charlus) op een bijna snauwende toon die geen tegenspraak duldde, “alleen dát men liefheeft”.      140

“Trouwens, jongeheer, het is altijd dwaas om gevoelens belachelijk of laakbaar te vinden die je zelf niet zo ondergaat.”          143

En daarom gaf heel haar leven mij een groot verlangen in, een smartelijk verlangen omdat ik het als onvervulbaar maar als zeer verleidelijk voelde, omdat dat wat tot nu toe mijn leven geweest was plotseling opgehouden had mijn gehele leven te zijn, en alleen nog maar een klein gedeelte was van de ruimte die vóór mij lag, die ik hunkerde te betreden, en die uit het leven van deze meisjes bestond en mij de voortzetting en misschien zelfs die vermeerdering van het eigen ik beloofde, die wij geluk noemen.                    174

 

Scan-001.BMP

Deel 3 – Vervolg van hoofdstuk 2 – Plaatsnamen: de plaats.

Marcel wil de identiteit van de meisjes te achterhalen en doet tevergeefs zijn best om ze overal te ontmoeten. Tijdens een diner wordt hij door de markiezin de Villeparisis aan de schilder Elstir (=Whistler) voorgesteld. Hij bezoekt zijn atelier en vindt daar een vroeg portret van Odette Swann uit haar cocotte dagen voor ze Charles Swann ontmoette. Albertine verschijnt voor het raam en blijkt Elstir’s buurmeisje te zijn. Ze praten over de schilderijen en het werk van de kunstenaar. Bij een volgende afspraak is Albertine pinnig en ad rem en wil de andere meisjes niet voorstellen. Marcel ontmoet ze toch en wordt steeds op de volgende verliefd. Ze bezoeken samen met Elstir de regatta’s en paardenrennen in de omgeving. Hij leert ze met behulp van zijn schilderijen kijken naar de wereld en opent hun ogen voor de zomerpracht.
Albertine en haar vriendinnen zijn iedere dag anders en daardoor wordt ook Marcel iedere dag een ander persoon. Andrée is het lange meisje, ze is ziekig en intelligent en lijkt teveel op Marcel om zijn liefde aan te wakkeren. Juist door de wispelturigheid en onbereikbaarheid van Albertine wordt Marcel verliefd op haar. Maar geheel in de lijn met zijn filosofie doet hij vervolgens zijn best om haar te ontlopen. Zij nodigt hem uit op haar kamer in het hotel en is gechoqueerd als hij haar probeert te kussen. Marcel druipt af en wordt meteen verliefd op een van de andere meisjes.  Na 3 maanden is de vakantie voorbij en vertrekken de gasten. Marcel en zijn oma zijn bij de laatsten en aanschouwen de ongeduldige Maïtre de Hotel die hun bijna de deur uit kijkt. Vervolgens sluit hij het hotel tot de volgende zomer.
En opnieuw eindigt Proust met een onnavolgbare laatste zin:
En terwijl Françoise de spelden wegnam aan de bovenlichten, de lappen stof losmaakte, de gordijnen opentrok, leek de zomerdag die zij zichtbaar maakte zo gestorven, zo oeroud, als een prachtige, duizendjarige mummie, die onze getrouwe dienstbode doende was met omzichtigheid uit al haar windselen te ontzwachtelen, alvorens haar te vertonen, gebalsemd in haar gouden kleed.      172

14_Cabourg.99

Maar er is meer, heel veel meer bij elkaar te sprokkelen.

Alles wat hij (=Elstir) bezat, ideeën, werk en de rest die hij heel wat minder telde, zou hij met vreugde hebben gegeven aan iemand die hem begreep. Maar bij gebrek aan een draaglijk milieu leefde hij in een isolement, met een schuwheid die de beau monde aanstellerij en onopgevoedheid, de overheid kwaadwilligheid, de buren krankzinnigheid, en zijn familie egoïsme en hoogmoed noemden.          13

Maar om die treurigheid, dat gevoel van iets onherstelbaars, die angsten los te maken die de weg bereiden tot liefde, moet er – en misschien is dat, veeleer dan de persoon zelf, het voorwerp van hartstocht dat zo vurig omhelsd wil zijn – het risico inzitten van onmogelijkheid.        18

Ik had vroeger, op de Champs-Elysées, vaag beseft, en had me er sindsdien beter rekenschap van gegeven, dat je met verliefd te zijn op een vrouw alleen maar een gevoelstoestand in haar projecteert; dat daarom niet de betekenis van de vrouw van belang is, maar de intensiteit van die toestand; en dat de emoties die een middelmatig meisje je geeft je in staat kunnen stellen om dieper verborgen, persoonlijkere, ongrijpbaardere, essentiële kanten van jezelf tot je bewustzijn te laten doordringen dan het genoegen doet dat de conversatie van een superieur mens je geeft of zelfs het open aanschouwen van zijn werk.         19/20

En het atelier van Elstir (=schilder) kwam me voor als het laboratorium van een nieuw soort wereldschepping, waar hij uit de chaos aller dingen die je ziet, door ze te schilderen op diverse rechthoekige stukken doek die aan alle kanten waren neergezet, hier bijvoorbeeld een golf van de in drift zijn lila schuim op het strand ter pletter slaande zee tevoorschijn had gehaald, en dáár een in wit linnen gestoken, over de reling van een schip leunende jongeman.        20

Naarmate ik nader met het meisje kennis maakte ging die kennis in zijn werk als een aftelling, waarbij elk partje fantasie en verlangen plaatsmaakte voor een notie die oneindig veel minder inhield, notie waaraan weliswaar werd toegevoegd een soort equivalent, op het gebied van het leven, van wat handelsbanken je bij een reorganisatie na terugbetaling van het oorspronkelijke aandeel geven en wat ze een winstbewijs noemen.       70

Want hij kon nooit ‘zitten niksen’, zonder overigens ooit iets uit te voeren. En omdat volstrekte ledigheid op de duur dezelfde uitwerking heeft als buitensporig hard werken, of het nu op geestelijk terrein of op dat van lichaam en spieren, had de constante leeghoofdigheid die achter Octave’s peinzende blik schuilging hem op de lange duur, zijn kalme uiterlijk ten spijt, malende, nergens toe leidende gedachtekronkels bezorgd die hem ’s nachts uit de slaap hielden op dezelfde manier als dat een overspannen metafysicus kan overkomen.        77

Ik had tegen haar gepraat met net zo weinig besef waar mijn woorden terechtkwamen, wat er van ze werd, als je van steentjes weet die je in een bodemloze afgrond gooit.          80

En waar de hoop van genietingen die ik bij een nieuw meisje zou vinden van een ander meisje stammen, door wie ik haar had leren kennen, had de meest recente iets van een variëteit, als van een roos, verkregen dankzij een andere roos. En van bloemkroon tot bloemkroon in die bloeiende keten maakte mijn genoegen om weer een andere te leren kennen dat ik terug ging naar degene aan wie ik haar had te danken met een erkentenis waarin dezelfde begeerte zat als in mijn nieuwe verwachting.  Al spoedig bracht ik al mijn dagen met de meisjes door.        92

meisjes

….; het morgenrood van de jeugd dat nog over het gezicht van de meisjes lag, en waar ik, hoe jong ook, al buiten viel, bescheen alles om hen heen en maakt dat ook hun onbeduidendste bezigheden als in de ijle schilderkunst van sommige Primitieven op een gouden ondergrond stonden afgetekend. Voor het merendeel gingen de gezichten zelf van de meisjes op in dat wazig roze ochtendgloren waar hun eigenlijke trekken nog niet uit tevoorschijn kwamen. Je zag alleen die ene betoverende kleur waaronder wat over enkele jaren een profiel zou zijn niet was te onderscheiden.     109

Het is of het allemaal poppetjes zijn die beurtelings jeugdige vrolijkheid, jeugdige ernst aanhaligheid, verbazing voorstellen, geboetseerd met een ongedwongen, gave, maar vluchtige expressie.       110

Zeker kunnen de attenties van een vrouw van wie je houdt, nog vele nieuwe verrukkingen geven aan de uren die je met haar doorbrengt. Maar zij is niet telkens een andere vrouw voor je. Haar vrolijkheid staat los van een onveranderlijk uiterlijk. Maar jeugd is van vóór dat algehele stollen, vandaar dat je in gezelschap van jonge meisjes die verkwikking voelt die de aanblik van voortdurend aan verandering onderhevige vormen je geeft, dat bezige spel van onbestendige contrasten dat aan het eeuwige herscheppende doet denken van de oerelementen dat je aan zee ziet.         111

Het menselijk gezicht is waarlijk dat van de God van een oosterse theogonie, een hele tros van gezichten naast en op elkaar in verschillende vlakken, die je niet tegelijk ziet.           124

 

Voor Proust 1 zie: https://erikgveld.wordpress.com/2013/03/04/marcel-proust-1-de-kant-van-swann-1913/